Kantoniers en watermanagers

De leden van de knotploeg worden steeds veelzijdiger Naast het reguliere werk aan de Kruiskade (het meest oostelijke deel van de kade werd dit seizoen onder handen genomen) gaf onze "broodheer" Staatsbosbeheer ook opdracht om de hinderlijk overhangende takken over, en scheefgegroeide bomen langs de weg aan het Spookverlaat, te verwijderen. Verder zette de knotploeg het beleid van het vorige seizoen voort, om het bij het knotten vrijkomende hout zo veel mogelijk te gebruiken voor natuurlijke oeverbeschoeiingen. Daardoor wordt afslag van de kade tegengegaan. Er kunnen zoveel takken in zo'n stukje landaanwinning, dat er geen nieuwe houtrillen nodig zijn op de kade. Die rillen begonnen de kade op bepaalde plaatsen inmiddels een beetje te domineren.

Het was vooral ook een leuk knotseizoen, met heel wat extra hulp.

De landelijke natuurwerkdag 2003

1 november 2003 was de landelijke natuurwerkdag! Aan het begin van het seizoen kregen we in het kader van de jaarlijkse Natuurwerkdag steun van zo'n 15 extra vrijwilligers. Daarbij zaten dit jaar veel mensen die al eens eerder iets aan landschapsonderhoud hadden gedaan. Daardoor schoot het werk snel op. Ook gedeputeerde Van der Sar gaf acte de presence, maar ik kon niet goed zien of hij veel eelt op de handen heeft gekregen.
Halverwege het seizoen diende onze locatie als gastverblijf voor een cursus motorzagen voor landschapsvrijwilligers. Om het zagen nog beter onder de knie te krijgen, kregen een aantal vrijwilligers uit Zuid-Holland, waaronder één van onze eigen coördinatoren, drie dagen les op de Kruiskade. Weer wat extra hulp dus. Alleen ruimde deze groep niet zelf het afkomende hout op, maar dat deden wij wel voor ze. Overigens kregen in dezelfde periode ook nog drie van onze eigen knotploegleden een ééndaagse motorzaagles van een medewerker van Staatsbosbeheer.
Tegen het eind van het seizoen, 14 februari jl., hadden we 16 leden van de plaatselijke Lionsclub (een vereniging van notabele streekgenoten, vergelijkbaar met de Rotary) op bezoek. We gingen met deze groep aan de slag in de gebiedjes bij de observatiehut, waar veel wilgen van hun knot moesten worden ontdaan. De heren Lions staken elkaar aan en in een erg gezellige sfeer werd wederom veel werk gedaan.
Namens de knotploeg: dank voor alle extra handjes!! Volgend jaar weer?

Het was ook een nat knotseizoen. Nee, nu niet alleen omdat een beroemd lid van de vaste kern () weer eens te water geraakte (een jaarlijks terugkerende traditie), maar omdat het veel regende, met name in januari. De laatste reguliere knotdag in januari was het zelfs zo erg, dat we voor het eerst in vele jaren eerder moesten ophouden met werken. Iedereen was compleet doorweekt. Dat de sfeer desondanks goed bleef en dat de keer daarop iedereen er gewoon weer was, zegt heel veel over de inzet en het enthousiasme van de huidige knotploeg. De voorlaatste keer, eind februari, had de regen zelfs een vaste vorm aangenomen: temidden van een prachtig sneeuwlandschap (met het gejoel en gejubel van een grote groep Kleine Zwanen op de vogelplas als begeleiding) deden wij in een gestage sneeuwbui ons werk. Prachtig!

De nieuwe Zaagbek

Dit seizoen profiteerden we voor het eerst van ons nieuwe onderkomen - de Zaagbek - wat we op 11 oktober 2003 feestelijk in gebruik hebben genomen. Wat een luxe verblijf! Volgens de geruchten wordt deze semi-bungalow soms door één van de coördinatoren als nachtverblijf gebruikt. Als de eerste knotters's ochtends arriveren, branden er al waxinelichtjes in de keet en staatzich nog eens uit te rekken. Zelfs een kachel ontbreekt niet, hetgeen bij de verregende knotdag van groot belang was; degenen die het ergst verkleumd waren, mochten zich bij de kachel weer wat opwarmen. De damp sloeg uit de kleren. Als er al iets te wensen overbleef, dan is dat aan het eind van het seizoen nog doorverholpen, die de harde banken van kussens heeft voorzien. De Zaagbek heeft vlak na het knotseizoen nog opgetreden als decorstuk in een toneelstuk, dat zes keer op Jan's erf werd opgevoerd door de jubilerende plaatselijke toneelvereniging. Daarvoor moest wel alle meubilair uit de keet verwijderd worden. Dat hebben we op de laatste knotdag met vereende krachten gedaan.

Kloven en verkopen

Zoals ik in het vorige jaarverslag al aangaf lag er aan het begin van dit seizoen heel veel hout te wachten op kloven en op de verkoop. Zo veel hout, dat sommige leden van de knotploeg twijfelden of het allemaal wel verkocht zou worden. Maar dankzij een goede reclamecampagne was al het hout al in januari weg en konden we alleen nog maar nee verkopen (en da's geen fijne koopwaar…). Het ging daarbij om 54 kuub, waarvan 42 kuub werd verkocht en de rest door de knotploeg zelf werd gehouden. Dit seizoen is er ook weer veel nieuw hout "geoogst". Zelfs nog meer dan vorig jaar, meer dan 60 kuub. Naast losse ritjes met de oude aanhanger achter de auto vanof, en in de vrachtwagen van, werd al dit hout in twee grote ophaalbeurten vanaf de Kruiskade verzameld. De eerste keer met een gerestaureerde Ford-trekker uit 1963, bestuurd door Andries, een zoon van. In de stromende regen, terwijl deze oude trekker geen cabine heeft. De tweede keer met een moderne tractor met kiepaanhanger, bestuurd door een vriendelijke boer van de Kruiskade, en met veel betere weersomstandigheden. Geen regen en licht vriezend weer, zodat deze grote, zware wagen geen diepe sporen in de Kruiskade achterliet.

Zes klussen

Bijna aan het eind van het knotseizoen werd besloten dat tegelijkertijd werken op drie locaties (naast de vogelhut, langs het Spookverlaat en op het meest oostelijk deel van de Kruiskade) nog niet ambitieus genoeg was. Een vierde project werd onder handen genomen: het "bosje van Vink" aan de Vierheemskinderenweg. Deels in de extra tijd op de vrijdagmiddag (met een klein clubje voornamelijk gepensioneerden en Vut'ters wordt naast de reguliere zaterdagen heel wat extra werk verzet op voornamelijk vrijdagmiddagen), en deels op de gewone zaterdag. Op één van de laatste vrijdagmiddagen hebben we op verzoek vanzijn erfbeplanting langs de stal onder handen genomen. Voor zo'n goede gastheer hebben we dat graag over. Dat was klusje vijf. En dan was er tot slot nog klus zes, op de laatste reguliere knotzaterdag en de zaterdag daarna. Twee knotseizoenen geleden en vorig knotseizoen had de knotploeg de essen, elzen en wilgen op het gedeelte van de Kruiskade ten oosten van boer Van Schie, en op het deel bij De Frankrijker, afgezet. Nu moest het opkomende nieuwe hout gedund worden. De meest rechte en gezonde slieten mochten blijven staan, gemiddeld zo'n vier á vijf per stobbe.
Tijdens deze klus ontdekten we dat er op de kade aan de andere zijde van Van Schie nog achterstallig onderhoud was bij het uitdunnen. Daar hebben we een beginnetje meegemaakt, maar dat moet volgend seizoen beslist verder gebeuren. Het werk van de rechtgeaarde knotter is nooit ten einde.

U ziet het, beste lezer, wat een berg werk er weer verzet is door de knotploeg, die overigens nog steeds uitstekend nieuwe collega's kan gebruiken. Lekker werken in de buitenlucht, met plezierige mensen om je heen, in een gezellige sfeer en met erwtensoep toe. Overigens werd er dit seizoen tijdens de reguliere knotzaterdagen 101 liter erwtensoep genuttigd!!!
Nog wat cijfers over dit achterliggende knotseizoen.
Er werd op 34 dagen gewerkt. Bij elkaar opgeteld waren hiermee 376 mensdagen gemoeid (eigen ploeg en extra hulp). Dat betekent dat er gemiddeld meer dan 13 vrijwilligers per werkdag aanwezig waren. Indien we het extra werk dat vorig jaar ten behoeve van de bouw van de Zaagbek is verricht buiten beschouwing laten, is er dit seizoen al weer meer gewerkt dan het seizoen daarvoor. Op de reguliere knotzaterdagen is inmiddels sprake van een gemiddelde opkomst van bijna 17 deelnemers per keer!!!!!
Gaan we komend seizoen het record weer verbreken?.....

Voor die vrijwilligers die zich afvragen of er buiten onze club nog veel andere geestverwanten zijn, meld ik nog het volgende. In 2003 hebben in heel Zuid-Holland zo'n 1600 vrijwilligers zich op enig moment met een vorm van landschapsbeheer bezig gehouden. Voor Nederland als geheel ging het om ongeveer 20.000 personen (cijfers afkomstig van Landschapsbeheer).