Wat doen we op de Kruiskade?

Door de Kruiskade actief te beheren probeert de VWG de plantenvariatie zo groot mogelijk maken en zo aantrekkelijk als kan voor de vogels.

Wat is de Kruiskade?

De Kruiskade, de ruigte achter het water "Spookverlaat", is van oudsher een kerngebied van onze VWG. Niet alleen vanwege de vogels, maar ook omdat de knotgroep van onze vereniging nu al zo’n dertig jaar natuurbeheerwerkzaamheden in het gebied uitvoert. Dat gebeurt niet alleen ten behoeve van de vogels, maar ook van de natuur in het algemeen. Dus ook voor vlinders!

2025

Voorjaar 2025

&

In 2016 is een nulmeting uitgevoerd die als basis dient voor het volgen van veranderingen in de plantengroei en vegetatiestructuur. Vervolgens is in 2022 een herhaalde meting verricht om ontwikkelingen in de flora in kaart te brengen. De volgende grootschalige meting staat gepland voor 2028. Naast deze uitgebreide metingen worden er in de tussenliggende jaren voorjaars-,  najaars- en zomermonitoringen uitgevoerd. Deze seizoensgebonden waarnemingen geven aanvullende inzichten in de dynamiek van het gebied.

Interessante soorten

Tijdens de metingen van 2025 zijn tot nu toe verschillende voor het gebied kenmerkende en/of ecologisch waardevolle plantensoorten aangetroffen. Enkele van de meer interessante soorten in het gebied zijn onder andere:

  • Echte valeriaan (Valeriana officinalis)
  • Gespleten hennepnetel (Galeopsis bifida)
  • Gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum),
  • Grote egelskop (Sparganium erectum)
  • Grote kattenstaart (Lythrum salicaria)
  • Hoge cyperzegge (Carex pseudocyperus)
  • Kalmoes (Acorus calamus)
  • Kleine lisdodde (Typha angustifolia)
  • Mannetjesvaren (Dryopteris flilix-mas)
  • Moeraswalstro (Galium palustre)
  • Roze winterpostelein ( Claytonia sibirica)
  • Slangenlook  (Allium scorodoprasum)
  • Slanke waterkers (Nasturtium micorphyllum)
  • Smalle en Brede stekelvaren (Dryopteris carthusiana, D. dilatata)
  • Wijfjesvaren (Athyrium filix-femina)

Beleid en afstemming

Op basis van onze bevindingen zijn er geen aanleidingen gevonden om het huidige beheer- of natuurbeleid aan te passen. De aanwezige flora bevestigt dat het gebied in ecologisch stabiele staat verkeert, mede dankzij het bestaande beheer. Voor de meeste bospercelen geldt echter dat de toenemende ondergroei (voornamelijk Dijkviltbraam, Grote brandnetel)  de soortenrijkdom en de toegang hindert. Alle monitoringactiviteiten en bevindingen zijn afgestemd met de Werkgroep Landschapsbeheer en Staatsbosbeheer. Deze samenwerking zorgt voor een integrale benadering van natuurbeheer in het gebied.

 

Conclusie

De resultaten van 2022 bevestigden enerzijds de waarde van deze gebieden als botanisch interessante natuurplekken, en anderzijds het behoud van de Kruiskade als waardevol historisch monument.

 

Glanshaver en haverbrand

Glanshaver is een grassoort die je al van verre herkent: een groep grashalmen die hoger is dan de omringende vegetatie, en de stengels glanzen in de zon.

Ze bloeien de hele zomer tot in de herfst.

De pluim heeft veel bloempjes. Die bloempjes zijn groter dan bij de meeste andere grassoorten. De afzonderlijke bloempjes zijn redelijk goed te zien met het blote oog, maar met de loep is alles tien keer mooier.

Wanneer ze echt in bloei staan, kun je goed de meeldraden zien bungelen, en vlak daarbij zie je 2 prachtige witte pluimvormige stampers.

Insecten spelen geen rol in de bestuiving, want ze vinden er geen nectar.

Wél is er stuifmeel, maar de bouw van de bloempjes is zo fragiel dat de beestjes geen houvast hebben en daardoor het verzamelde stuifmeel niet op de stampers kunnen aanbrengen.

Maar de bestuiving gaat prima via de wind tijdens windvlagen. Bekijk de foto's, en je begrijpt hoe het werkt.

Glanshaver
 
Glanshaver

 

Glanshaver
Met dank aan Ans Gorter, Zilvermeeuw en John Kil voor het belangeloos gebruik van hun foto's van Glanshaver op waarneming.nl.

Haverbrand

Haverbrand (Ustilago avenae) is een brandschimmel die op haver parasiteert, ook op de haver van de landbouw. Deze schimmel zit in de gehele plant en maakt zijn sporen in de bloempjes. Dat wordt zichtbaar als zwarte hoopjes –terwijl de pluim niet breeduit is als gewoonlijk, maar smal rechtop – Haverbrand foto 1.

Haverbrand

De sporen uit die zwarte hoopjes komen met de wind op de stampers van gezonde bloempjes. Zo verspreidt de schimmel zich. .

Klontjes Haverbrand

De sporen zijn ongeveer 6 micron groot ( dus 166 sporen op een rijtje is 1 mm), hebben fraaie ministekeltjes, en zijn aan één kant lichter van kleur.

Sinds in de landbouw het zaaizaad ontsmet wordt, komt haverbrand praktisch niet meer voor in de akkers. Wél heeft de biologische landbouw er last van

Haverbrand sporen

Lensgalwespjes, winterse stilte als start van een natuurwonder

Gallen
Bij de september-monitoring Spookverlaat/Kruis-kade zagen en ik diverse gallen op de onderkant van bladeren van de eiken. Die gallen zijn huisjes en tegelijk provisiekast van galwespjes. Er zijn vele soorten galwespjes die op eiken leven. Ze heten officieel galwespen, alsof het grote insecten zijn, maar de soorten worden niet groter dan 1 mm tot 9 mm. Ik gebruik dus maar het verkleinwoord galwespjes. En ze zijn heel anders dan de wespen die 's zomers graag uit ons bord mee-eten, en ze steken ons nooit.
Lensgallen
De ontwikkeling van galwespjes is bij alle soorten ongeveer gelijk: twee generaties. Ik neem hier nu het lensgalwespje als representant. Deze veroorzaakt lensvormige gallen op de onderkant van de bladeren van de eik, vandaar de naam.

Lensgalwespjes

De lensgalwespjes zijn kleine gevleugelde insecten van rond de 2,8 mm groot.

Een lensgalwespje is heel klein, iets groter dan een kwart centimeter!!

In de afgelopen zomer hebben de lensgalwespjes eitjes gelegd op de onderkant van de bladeren van de eiken. De bladcellen hebben daar toen op gereageerd met het vormen van een soort huisje rond eitje/larfje. Zo'n huisje heet een gal. Elke galwesp krijgt overigens een eigen, andersoortige gal. Het lensgalwespje krijgt een lensvormige gal, vandaar de naam. Het is een  beschutting, terwijl het larfje eet van de binnenwand.

Aan het eind van de zomer hadden de larfjes zich binnenin hun gal verpopt. In september zagen we de lensgallen dus. Daarna, in de herfst, lieten de gallen, met de verpopte galwespjes erin, los van de bladeren, en zijn ze op de grond gevallen. Vervolgens werden ze toegedekt door gevallen bladeren.

Nu wachten ze in alle winterse stilte het vroege voorjaar 2026 af om uit de verpopping tevoorschijn te komen en uit te vliegen. Al deze uitvliegende lensgalwespjes zijn dan allemaal vrouwtjes. En zonder bevrucht te zijn gaan ze toch eitjes leggen. Ze leggen hun eitjes niet opnieuw aan de bladonderzijde van de nieuwe lentebladeren, maar in de mannelijke bloeiwijze van de eiken. Ook hier ontstaat dan weer een gal rond elk eitje, het wordt geen lensgal nu, maar een gal in de vorm van een bes: een besgal.

Besgal in eik

De 2de generatie!

In juni/juli 2026 komt uit die besgallen de tweede generatie lensgalwespjes tevoorschijn. Dan zijn het wél vrouwtjes en mannetjes. In die generatie vindt dan ook bevruchting plaats. De bevruchte vrouwtjes leggen in de tweede helft van de zomer hun eitjes in de onderkant van de bladeren van eiken. Op die plekken ontstaan weer lensgalletjes, zoals we ze zagen in september 2025.

Onder de loep zijn de lensgallen erg mooi

De lensgalletjes, met daarin de inmiddels verpopte lensgalwespjes, zullen ook dan weer  loslaten in de herfst, in 2026, waarna ze op de grond weer toegedekt zullen worden door gevallen blad.
Dan begint weer de stille overwintering, met de belofte dat het natuurwonder van de twee generaties zich opnieuw zal voltrekken.

Meer over galwespen?

Een goed overzicht van galwespen en hun gallen met foto's is te zien op https://waarneming.nl/taxa/322/

Foto's

Met dank aan John Bouwmans voor de foto van de besgallen, dank aan Rayan Majoor voor de foto van de lensgalwesp, en dank aan Bert Oving voor de macrofoto van de lensgal, alle drie belangeloos ter beschikking gesteld via waarneming.nl.

Spookverlaat, ingang oostzijde

Contact