Kromme Aar

Het Heemgebied van de Kromme Aar is gelegen in Zegersloot-Noord te Alphen aan den Rijn. Bezoek de Kromme Aar voor het luisteren en bekijken van zangvogels. Uit het overzicht van de broedvogelinventarisaties ziet u dat het kleine gebied heel wat moois te bieden heeft. Op waarnemingen.nl wordt bijgehouden wat er allemaal in de Kromme Aar te zien is. Meer details over de ligging ziet u op de kaart overgenomen van GoogleEarth.

Hier moet de inhoudsopgave van deze pagina staan.
Als dat niet zo is, is er iets mis gegaan. Informeer de webmaster a.u.b.

Excursie 2007

In 2007 zijn tijdens een excursie wat foto's gemaakt. Foto's van 2007.

Excursie 2004

In 2004 zijn wat foto's gemaakt. Foto's van 2004

Broedvogels 2007

Kromme Aar
Langs de Kromme Aar
Nr.
Vogelsoort
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
1
Fuut
2
5
4
2
4
3
6
4
3
2
3
3
2
Kwak
1
-
3
Ooievaar
2
1
1
1
3
5
5
6
5
5
2
3
4
Knobbelzwaan
1
2
5
Wilde eend
18
13
22
25
24
24
33
22
18
22
22
25
6
Blauwe Reiger
1
1
7
Nijlgans
1
1
1
1
8
Krakeend
1
9
Soepeend
2
3
2
2
4
2
3
2
3
4
2
3
10
Torenvalk
2
1
11
Sperwer
1
12
Buizerd
1
13
Fazant
8
6
6
6
3
5
4
6
5
6
3
3
14
Waterhoen
9
8
7
7
13
8
13
8
12
10
8
9
15
Meerkoet
23
13
8
18
19
10
18
12
16
17
16
12
16
Holeduif
1
1
1
1
2
1
17
Houtduif
5
4
2
4
8
7
5
4
7
6
7
5
18
Turkse tortel
1
1
2
1
1
1
2
1
1
1
1
1
19
Halsbandparkiet
1
20
Koekoek
2
1
2
1
1
2
1
1
1
1
21
Ransuil
1
1
1
1
1
1
22
Groene specht
1
1
1
2
1
1
1
1
23
Grote bonte specht
1
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
4
24
Winterkoning
14
18
16
18
19
11
18
12
16
20
14
11
25
Heggemus
4
3
4
2
3
5
3
3
2
2
2
1
26
Roodborst
1
1
1
1
1
27
Blauwborst
3
2
28
Merel
12
11
9
14
13
10
11
8
13
11
8
6
29
Zanglijster
2
1
1
3
1
1
1
1
30
Bosrietzanger
8
11
8
2
4
3
6
4
6
5
8
7
31
Rietzanger
2
1
1
1
32
Kleine karekiet
22
20
19
18
20
27
18
17
19
19
13
16
33
Tuinfluiter
6
6
5
4
2
3
5
5
5
3
4
2
34
Zwartkop
4
4
4
3
5
2
4
4
3
4
4
4
35
Tjiftjaf
8
11
9
5
6
3
8
5
5
3
6
6
36
Fitis
4
5
5
5
7
7
6
6
8
7
5
3
37
Staartmees
3
0
1
1
2
1
2
2
2
1
2
2
38
Pimpelmees
9
8
5
4
5
5
9
7
5
8
6
8
39
Koolmees
13
12
9
9
9
9
10
13
12
13
9
10
40
Matkop
1
41
Boomkruiper
3
2
1
2
2
2
2
3
2
3
4
3
42
Gaai
3
3
2
1
2
2
2
2
1
2
1
43
Ekster
2
3
3
3
2
4
3
3
3
2
2
44
Kauw
3
1
1
45
Zwarte kraai
4
4
3
1
4
3
4
3
4
3
2
3
46
Spreeuw
7
7
5
5
5
5
6
6
6
9
7
9
47
Huismus
11
8
6
4
5
6
3
2
0
0
0
1
48
Ringmus
2
3
1
49
Vink
2
2
1
1
3
3
3
2
2
2
2
2
50
Groenling
1
2
0
1
51
Putter
2
0
1
52
Rietgors
5
6
7
2
5
2
3
2
3
3
3
2
Aantal soorten
38
37
37
34
35
32
33
38
37
33
36
38
Aantal territoria
228
215
188
174
210
182
222
187
209
183
180
187

Op basis van de Sovon-methode BMP-A zijn in 2007 in totaal 187 broedvogelterritoria vastgesteld, verdeeld over 39 vogelsoorten. Meest vastgestelde territoria kwamen dit jaar wederom op naam van de Wilde Eend (25 territoria). De roofvogels en uilen hebben het in 2007 weer laten afweten. Van Torenvalk, Boomvalk, Buizerd, Sperwer en Ransuil zijn incidentele waarnemingen gedaan, maar te weinig om een territorium vast te kunnen stellen. De Ransuil heeft haar broedgebied verlegd vanuit het Heemgebied naar het parklandschap en de golfbaan, waar minimaal 4 paar hun jongen hebben grootgebracht.

In tegenstelling tot 2006 dit jaar geen geldig territorium van de Kwak. Wel zijn er berichten dat er dit jaar minimaal één jonge Kwak is uitgevlogen. De soort is vanwege zijn nachtleven een moeilijk te traceren broedvogel. De Ooievaar heeft het in 2007 wederom sterk af laten weten. Van de vier aanwezige nesten waren er in 2007 drie bezet. Vanwege twee aaneengesloten weken slecht weer in mei is er geen Ooievaar in het telgebied uitgevlogen.
Een nieuwe soort welke zich heeft gevestigd in het telgebied de Kromme Aar is de Halsbandparkiet. Met zijn felgroene verschijning heeft een paartje een boomholte onder een ooievaarsnest in gebruik genomen. Binnen het zangvogelbestand treedt weinig verandering op. Alleen de Fitis lijkt het in 2007 minder goed te hebben gedaan met slechts 3 vastgestelde territoria.

Andere vogelsoorten die tijdens de tellingen zijn waargenomen, maar niet hebben geleid tot territoria zijn: Aalscholver, Dodaars, Kuifeend, Waterral en Watersnip.

Broedvogels 2005

Tien jaar op een wetenschappelijke manier vogels tellen in het Heemgebied van de Kromme Aar op basis van de Sovon-methode BMP-A levert een aardig beeld van de vogelstand in dit gebied op en de verschuivingen die daarin plaatsvinden. In 2005 werden weer ruim 200 broedvogelterritoria vastgesteld, verdeeld over 34 vogelsoorten. 2005 Leverde dit keer geen nieuwe broedvogelsoorten op, ook al zijn er tijdens de tellingen wel nieuwe soorten waargenomen, maar onvoldoende om een geldig territorium vastgesteld te krijgen. Het gaat onder meer om de Kwak, de Brandgans, de Knobbelzwaan, de Smient en de Mandarijneend. De meest vastgestelde territoria kwamen dit jaar op naam van de Wilde Eend (22), op de voet gevolgd door Winterkoning (20) en Kleine Karekiet (19 territoria). De roofvogels hebben het net als in 2004 weer laten afweten. Van Torenvalk, Boomvalk, Buizerd en Sperwer zijn incidentele waarnemingen gedaan, maar te weinig om een territorium vast te kunnen stellen. De Ransuil is tijdens de bezoekrondes weer gehoord hetgeen tot een territorium heeft geleid. De Bosuil heeft net buiten het onderzoeksgebied gebroed.

Terugkijkend op de afgelopen tien jaar tellen, kan gesteld worden dat sommige soorten het goed doen en andere minder. Vanwege de aanwezigheid van steeds hogere bomen en meer dood hout gaat het de holenbroeders voor de wind. Groene Specht en Grote Bonte Specht worden steeds meer gezien in het gebied. Het aantal ooievaarnesten is door de bouw van een aantal nesten in bomen gestegen van twee (paalnesten) naar vijf. Het aantal zangvogels is vrij stabiel gebleven. De aanwezigheid van de Blauwborst is echter beperkt gebleven tot de jaren 1997 en 1998. Zowel de Huismus als de Ringmus hebben in de loop der jaren niet meer in het gebied gebroed.

Broedvogel 2004

Kromme Aar
Martijn de Jong

Na tien inventarisatierondes, waarvan één nachtbezoek door het Heemgebied van de Kromme Aar, hebben we op basis van de Sovon-methode BMP-A in 2004 209 broedvogelterritoria vastgesteld, verdeeld over 37 vogelsoorten. Meest vastgestelde territoria kwamen dit jaar weer op naam van de Kleine Karekiet (19 territoria). Ook andere rietvogels, zoals de Rietzanger (1 territorium), Bosrietzanger (6 territoria) en Rietgors (3 territoria) hebben hun nestgelegenheid gevonden in de rietvelden langs de Kromme Aar.
De roofvogels hebben het in 2004 enigszins laten afweten. Van Torenvalk, Boomvalk, Buizerd en Sperwer zijn incidentele waarnemingen gedaan, maar te weinig om een territorium vast te kunnen stellen. Ook de roep van de Ransuil is tijdens de bezoekrondes niet gehoord, evenals die van de Bosuil. Beide uilensoorten waren wel in 2004 aanwezig in het telgebied.
Voor de zangvogels was 2004 een gemiddeld jaar en week niet veel af van andere jaren. De sinds eind mei aanwezige IJsvogel heeft niet tot een geldig territorium geleid. Dit betrof waarschijnlijk een rondzwervende eenling. De meest afwezige in 2004 was de Huismus, welke inmiddels landelijke bescherming krijgt. Telden we in 1996 nog 11 territoria, in 2004 is er geen enkele meer vastgesteld. Ook in het Heemgebied betreft dit nu kennelijk een rodelijst soort!
Inmiddels zijn de wintergasten al weer terug in het Heemgebied. De Waterral is weer volop te horen in het riet en de Kuifeend zwemt weer volop in de Kromme Aar.

Broedvogel 2003

Na negen inventarisatierondes door het onderzoeksgebied, waarvan twee nachtbezoeken, hebben we voldoende gegevens voor de SOVON-broedvogelinventarisatie (BMP-A methode). Opvallend dit jaar was de vaststelling van een territorium van de blauwe reiger, een kolonievogel. Dit paartje reigers dat met succes heeft gebroed (2 jongen uitgevlogen) heeft zich genesteld tussen de 'wilde' ooievaarsnesten in het gebied, waarvan inmiddels 6 territoria zijn vastgesteld. Vanwege de slechte weersomstandigheden in mei is er echter geen enkele jonge uiver uitgevlogen. Nieuwe broedvogelterritoria zijn tevens vastgesteld van de nijlgans, de krakeend en de buizerd. De buizerd is thans in Zegersloot-Noord een echte jaarvogel geworden.

Ook de ransuil heeft weer met succes gebroed in het Heemgebied. Twee gemaskerde takkelingen waren gemakkelijk op te sporen door hun klaagzang om voedsel tijdens de nachtelijke uren. Ook de spechten zitten in een opwaartse spiraal: drie paar grote bonte en twee paar groene spechten zijn vastgesteld. Ook andere holenbroeders zoals de boomkruiper en de koolmees deden het in 2003 goed. Eén boomkruiper kwam tot broeden in het overstek van gemaal De Kromme Aar. De blauwborst is al vijf jaren niet meer tot broeden gekomen. Zijn plaats lijkt te worden ingenomen door de roodborst, welke ook dit jaar weer present was als broedvogel. De kleine karekiet - met 17 territoria - blijft een van de meest voorkomende broedvogels van het moerasgebied. Met spanning kijken wij uit naar 2004, ons negende teljaar. Mogelijk stellen we dan de 50e broedvogelsoort vast. De bosuil maakt hiervoor een goede kans, want die horen we de laatste maanden veelvuldig roepen in het gebied!

Broedvogel 2002

Kromme Aar
Martijn de Jong

Ook in 2002 is weer een inventarisatie verricht van de broedvogelterritoria in het Hemgebied van de Kromme Aar in Zegesloot-Noord te Alphen aan den Rijn. De tellingen hebben plaatsgevonden volgens de SOVON-methode 'Broedvogel Monitoring Project Alle soorten' (BMP-A). Er zijn negen tellingen verricht, waarvan één nachtbezoek. Het nachtbezoek leverde een roepende ransuil en een zingende sprinkhaanzanger op. Omdat deze soorten tijdens de andere tellingen in het geheel niet zijn gezien of gehoord, leverden deze waarnemingen helaas geen geldige territoria op. Het was dit jaar voor het zevende jaar dat wij de broedvogels in het Heemgebied inventariseerden. Inmiddels hebben wij 45 soorten broedvogels vastgesteld. In 2002 broedden er daar 33 soorten van. Soorten als torenvalk, sperwer, blauwborst en rietzanger lieten het in 2002 afweten. Andere soorten deden het goed. De ooievaars hebben nu naast de twee bestaande paalnesten zelf vier boomnesten gebouw, waarvan er in 2002 drie bezet zijn geweest. Van de in totaal vijf vastgestelde territoria hebben slechts twee paar daadwerkelijk jongen gekregen en zijn er in totaal drie jongen uitgevlogen. Vanwege het vele dode hout langs de Kromme Aar blijft het aantal holenbroeders toenemen, zoals de groene en grote bonte specht, de kool- en pimpelmees. Wij waren ook blij dat de koekoek deze hele zomer weer in het Heemgebied te horen was.

Broedvogel 2001

Kromme Aar met najaarskroost
Martijn de Jong

De territoria zijn vastgesteld volgens de door het SOVON Vogelonderzoek Nederland gehanteerde methode Broedvogel Monitoring Project (BW)-A (alle soorten).
2001 was een bijzonder jaar, omdat de helft van het telgebied van 1 maart tot 1 juni 2001 was afgesloten vanwege de MKZ-crisis. Daardoor was het in het gehele gebied rustiger dan in andere jaren. Dat zou als gevolg kunnen hebben gehad dat er meer broedvogelterritoria werden vastgesteld. Het tegendeel is echter waar. Gemiddeld over de afgelopen 6 jaren tellen, worden er ruim 200 territoria per jaar vastgesteld. In 2001 182 territoria. Omdat wij zelf ook niet in het afgesloten gebied mochten komen, is de telling eigenlijk niet volledig betrouwbaar. Van sommige vogelsoorten zijn ongetwijfeld territoria gemist, zoals waterhoen, meerkoet en winterkoning. Een paar soorten hebben in 2001 geprofiteerd van de MKZ-afsluiting. Zeker de ooievaar. Naast de twee paainesten zijn in 2001 in bomen 3 nesten in bomen gebouwd door ooievaars. Totaal dus 5 territoria. Sommige ooievaars kwamen niet uit het bestand van de Stichting Alphense Ooievaars, maar zijn van elders gekomen. Niet alle territoria hebben overigens tot een volledig broedsucces geleid, maar daar houdt deze SOVON-telmethode geen rekening mee.

De ransuilen hebben hun broedplaats in het Heemgebied reeds twee jaar verlegd naar het noordelijker gelegen deel van Zegersloot-Noord, de Griendbaan (niet toegankelijk golifterrein). Ook de koekoek is minder frequent aanwezig dan vorige jaren. De rietvogels doen het ook minder goed: blauwborst is afwezig en rietzanger en rietgors lopen sterk terug. De kleine karekiet - met 27 territoria - lijkt het steeds beter te gaan doen en was in 2001 de meest voorkomende broedvogel van het gebied.
Net als het landelijke beeld neemt het aantal territoria van de tjiftjaf sterk af (van 11 in 1997 naar 3 in 200l). De fitis daarentegen lijkt steeds meer voor open terrein te kiezen en neemt in aantal toe. Wij hopen in 2002 weer ongestoord ons telwerk te kunnen voortzetten.