Categorieën
0 Watervogeltellingen VWG - 2021-03
Van de ganzen was alleen de kolgans nog in behoorlijke aantallen aanwezig t.w. 826 in de Oostbroekpolder en 130 in de Wilck. Knobbelzwanen zaten o.a. met 139 en 128 stuks in respectievelijk de Barrepolder en de Groenendijkse Polder. De meeste (afnemende aantallen) krakeenden werden gespot in de Vlietpolder, Polder Achthoven, de Oostbroekpolder en de Riethoornse Polder met respectievelijk 60, 48, 47 en 37 stuks. Smienten waren nog talrijk in (hoe kan het anders) De Wilck met 6485 stuks en de Oostbroekpolder met 1620 exemplaren. Wintertalingen zaten met 222 stuks in de Lagenwaard. 49 kuifeenden waren aanwezig in de Munnikenpolder. De meeste nijlganzen werden dit maal gezien in Polder Achthoven t.w. 54 stuks En verder: 1159 stormmeeuwen werden geteld in de Grote Polder. 168 wulpen in de Vlietpolder. Tureluurs zijn in meerdere polders waargenomen, maar de meeste zaten in De Wilck t.w. 15 stuks en 12 stuks in Polder Achthoven. 1 blauwe kiekendief werd gezien in de Lagenwaard. Slechtvalken werden gezien in de Oostbroekpolder en Woubrugge Kerkweg. In beide gevallen 1 exemplaar. 1 Cetti’s zanger langs de Wijde Aa. 6 ooievaars waren aanwezig 17 graspiepers in de Gnephoek Ook waren er 5 kluten in Polder Achthoven aanwezig. 1 rietgors werd gespot in zowel de Riethoornse Polder als De Wilck. De halsbandparkieten zijn met zijn 12-en betrapt bij de Zegerplas. 223 en 85 scholeksters respectievelijk bij de Wijde Aa en in De Wilck. De grutto’s zaten in De Wilck met 122 stuks en massaal op de voorverzamelplaats in de Munnikenpolder. Hier maar liefst 457 stuks, waaronder ook een flink aantal IJslandse.Foto: Grutto’s Munnikenpolder Leiderdorp 2021 - Ton Renniers Tot slot 2 bonte strandlopers en zowaar 1 middelste zaagbek (man) werden gezien in de Munnikenpolder. Deze laatste soort is in onze tellingen over de afgelopen 20 jaar (niet verder teruggekeken) nog niet eerder waargenomen. Dit geldt ook voor de volgende 2 soorten: 1 Temmincks strandloper (onzeker) in de Wilck (doorgaans worden de eerste doortrekkers in het voorjaar pas eind april gespot). En 1 bosruiter in de Oostbroekpolder. Voor deze laatste zijn in dezelfde periode ook elders in Nederland al waarnemingen gedaan (waarneming.nl)
De Bont Allerlei met leuke en vooral interessante verhalen
0 Wat was er te zien in januari en februari in onze gemeente?
De eerste maanden van het nieuwe jaar zitten er alweer op. Nog altijd gelden de corona-maatregelen en kunnen we niet met elkaar op pad. Maar gelukkig komen velen elkaar nog wel af en toe tegen buiten in het veld, zeker in de winterse periode in de 2e week van februari. Deze winterperiode is ondanks de korte duur voor vele vogels afzien geweest, maar heeft ons als vogelaars heel wat mooie waarnemingen opgeleverd. Een goede week later startte het voorjaar en naast de heerlijke vogelzang van bijv. merel, zanglijster en heggenmus was dit ook alweer het begin van de komst van zomergasten zoals de grutto. Komende periode zullen vele andere vogelsoorten volgen. Januari De siberische tjiftjaf die in december bij Archeon werd ontdekt werd in de eerste maand van het jaar nog eenmaal gezien. Natuurlijk waren ook de koereigers nog aanwezig, tot zelfs 14 stuks tegelijk. Met de komst van de kou in februari zijn ze verdwenen en via de kust bij Den Haag naar zuid getrokken. Anders zullen enkele exemplaren het waarschijnlijk niet overleefd hebben. Qua roofvogels was een aanwezige zwarte wouw bij Leiden, Hazerswoude en later de Compierekade een opvallende verschijning. Deze soort is in het verleden in januari nog geen 10x in heel Nederland gezien en werd later nog in Utrecht en Gelderland gemeld. In de Lagenwaardse polder werd de zeearend ook weer een keer waargenomen, tot nu slechts door 1 persoon en helaas dus blijkbaar geen vaste gast zoals 2 jaar geleden. Veelvuldig aanwezig zijn blauwe kiekendieven, zowel mannetjes als vrouwtjes jagen regelmatig door onze polders. Een bosuil heeft zich weer laten horen in Zegersloot-Noord. Nu met de avondklok is het horen van dit beest beperkt tot de mensen die hier wonen. Voor het zien van meeuwen moet je naar De Schans (Suez) tegenover de containerterminal. Tussen de vele zilvermeeuwen, kokmeeuwen en stormmeeuwen zijn regelmatig enkele pontische meeuwen (en soms ook geelpootmeeuwen) te vinden. Waterpiepers laten zich af en toe zien tussen de graspiepers in het Zaanse Rietveld. Februari De koude periode in februari zorgde voor veel bevroren wateren en ook het Markermeer en IJsselmeer moesten er gedeeltelijk aan geloven. Als dit gebeurt, dan kun je er op rekenen dat op de diepe plassen zoals de Zegerplas en bevaarbare stukken zoals de Gouwe en Oude Rijn er leuke verrassingen mogelijk zijn. Al flink wat jaren was de Zegerplas een saaie plek aan het worden voor vogelaars maar nu eindelijk werd het weer interessant met duizenden watervogels. Tussen de vele smienten, kuifeenden en krakeenden doken langzaam ook andere soorten op als slobeend, wintertaling en pijlstaart. Na nog wat meer vorst kwamen ook de voor onze regio betere soorten als nonnetje, grote zaagbek en brilduiker. Veel vogelaarsogen zorgen ook voor meer waarnemingen en al snel werd een mooie winterkleed roodhalsfuut ontdekt die zich regelmatig van dichtbij liet bekijken. Tijdens het zoeken naar de roodhalsfuut kwam opeens ook een ander fuutje in beeld: een kuifduiker (ook winterkleed). Deze werd slechts door een aantal mensen gezien maar gelukkig zorgde een tweede exemplaar een aantal dagen later in het Aarkanaal en soms ook Zegerplas voor meer gelukkige gezichten. Rondom de Zegerplas en Kromme Aar lieten de ijsvogels zich veel makkelijker zien dan normaal. Helaas hebben zij het moeilijk met de kou en zijn diverse ijsvogels gestorven. Ook een torenvalk leek zich bij gebrek aan muizen te specialiseren op de felblauwe vogeltjes. De waterral is op zich best wel aanwezig in ons gebied, maar vaak laten ze zich slecht zien. Ook voor deze soort verandert dit als er ijs ligt. Op diverse plekken zoals de Kromme Aar, Zegerplas, Spookverlaat en het Zaanse Rietveld lieten ze zich soms mooi aan de rand van het riet of op het ijs zien. De houtsnip was ook een opvallende gast deze periode en werd in grote aantallen gezien. Soms ongelukkig tegen ramen gevlogen of op vreemde plekken in woonwijken maar ook op veel plekken waar bosjes en flink wat beplanting aanwezig is. Vele wandelaars in het Zegerslootgebied, Bentwoud en Zaanse Rietveld zullen een of meerdere exemplaren op hebben zien vliegen. In de sneeuw waren ook volop sporen van de houtsnip te zien en bijna altijd leiden ze naar de voet van de bomen waar wat bladeren liggen. Met wat geduld waren ze soms ook mooi te bekijken, vooral op plekken waar de zon goed scheen en er minder sneeuw lag zoals onder vollere (naald)bomen. Hier waren ze druk op zoek naar wormen om de kou te overleven. Het bokje, een andere steltloper, was een stuk lastiger om te vinden. O.a. in Woubrugge en bij het Spookverlaat zijn ze wel kortstondig gezien. Zowel voor als na de vorstperiode waren er soms mooie groepen overvliegende ganzen te zien, waarbij tussen de kolganzen ook een kleine rietgans werd waargenomen. In het Zaanse Rietveld werd op een baggerig veldje nog een rouwkwikstaart gezien en ook de eerste zwartkopmeeuwen beginnen voorzichtig binnen te druppelen. Verder trok de spreeuwenzwerm aan het Rietveldsepad veel belangstelling. Op sommige avonden zorgden enkele jagende sperwers en een slechtvalk voor een geweldige voorstelling.
0 Watervogeltellingen VWG - 2021-02
Koud! Bij deze de nieuwsbrief van onze tellingen van de februari 2021. Alle 21 polders zijn ingevuld en verwerkt. Vermoedelijk door de ongunstige weersomstandigheden (veel ijs, sneeuw en kou) is het aantal getelde soorten voor een deel van onze polders beduidend lager (- 30 tot - 60%) dan gebruikelijk in dezelfde periode in voorgaande jaren. Ook is voor veel soorten het aantal getelde vogels beduidend lager. Hieronder de meest in het oog springende waarnemingen wat betreft aantal en/of soorten februari. Kleine zwanen zijn gemeld in de Munnikenpolder, Polder Achthoven, De Wilck en de Hondsdijkse Polder met respectievelijk 53, 50, 11 en 5 stuks. Bij de eerste 2 genoemde polders kan sprake zijn van een dubbeltelling aangezien beide gebieden erg dicht bij elkaar liggen, op verschillende dagen zijn geteld en het ongeveer hetzelfde aantal betreft. Kolganzen zijn geteld in de Westbroekpolder en de Grote Polder (N+Z) met respectievelijk 346 en 1350 stuks. Grauwe ganzen waren met 613, 679 en 708 stuks redelijk vertegenwoordig in de Grote Polder, de Oostbroekpolder en de Riethoornse Polder. Grote Canadese gans zat met 190 exemplaren in de Doespolder. Voor de smient was dit maal De Wilck niet de favoriete plek (slechts 600). De meeste zaten in en bij de wakken van de grotere plassen als de Wijde Aa, de Zegerplas en Munnikenpolder (Vadedoplas) met respectievelijk 3752, 6000 en 1100 stuks. Flinke aantallen krakeenden zaten in de Grote Polder (570) Zegerplas (340) en de Wijde Aa (291). Op deze laatst genoemde plek ook 715 wilde eenden. Kuifeenden zaten dit maal voornamelijk in de Zegerplas t.w. 350 stuks. Meerkoeten zijn in ons hele telgebied goed vertegenwoordigd met in totaal 3566 stuks waarvan de meeste, t.w. 522, in Polder Achthoven En verder: Wulpen met 704 in de Vlietpolder en 1248 in de Doespolder. Naast elkaar gelegen polders maar geen dubbeltelling omdat de telling op dezelfde dag en tijd is uitgevoerd. Wel leuk om te vermelden dat sinds enkele weken een wulpenslaapplaats is gevestigd in de Munnikenpolder. De laatste telling hier geeft ongeveer 1400 exemplaren aan. Grote gele kwikstaart 1x in de Hondsdijkse Polder IJsvogels zijn geteld in zowel de Riethoornse Polder (1x) en bij de Zegerplas (2 x). Houtsnip is waargenomen bij de Zegerplas (1 x) en in de Vlietpolder (2 x) Sperwer werd gezien in de Grote Polder en de Doespolder. Beide keren 1 exemplaar. Slechtvalk: 1 x in Polder Achthoven. Aalscholver: een hoog aantal gezien de gebruikelijke (rond de 10) aantallen voor deze soort t.w. 35 stuks in/bij de Zegerplas. Ze zijn al in broedkleed. Grote Zilverreiger en Blauwe Reiger Ik heb dit maal eens gekeken naar de februaritellingen van de afgelopen 5 jaar voor de blauwe reiger en de grote zilverreiger binnen ons hele telgebied. Het is duidelijk te zien dat in februari 2021 de aantallen voor beide soorten veel lager zijn dan in de voorgaande 4 jaren. Mogelijke oorzaak de plotselinge koude periode met veel sneeuw en ijs. De Grote zilver is bijna geheel verdwenen en van de Blauwe zijn er minder dan 50% nog aanwezig.
0 Samen de winter door? | Vorsttrek | Vogels beslagen ten ijs? - Sovon - 2021-02
Samen de winter door Dat was wel even een bijzondere februaritelling midden in een korte maar stevige koude-inval. Veel toegankelijke gebieden waren na wekenlang intensief bezoek van corona-wandelaars en raggende honden ondertussen vrij van ganzen en watervogels. Lees meer Minder vorsttrek dan verwacht? De korte maar hevige en sneeuwrijke koudeperiode in de week voor en tijdens de februaritelling bracht de nodige vogels in beweging, zo was via diverse berichten en radarbeelden te zien. Maar hele grootschalige vorsttrek bij ganzen en zwanen was niet aan de orde, afgezien van wat verplaatsingen bij onder andere Kleine Zwanen (Midden-Nederland) en Brandganzen (Noord-Nederland). Lees meer Beslagen of niet beslagen ten ijs? Veel vogels werden vooral overvallen door de extreme sneeuwval. Bijna twee weken ongunstige omstandigheden voor veel soorten. De tellingen die zowel in januari als in februari zijn gedaan zijn met elkaar vergeleken. Een eerste impressie. Lees meer Wadden: eerste resultaten uitgestelde Midwintertelling De midwintertelling in de Waddenzee stelden we uit van 16 naar 31 januari, omdat in december een lockdown afgekondigd werd tot 19 januari en dat het afreizen naar wadplaten en eilanden bemoeilijkte. De lockdown werd echter verlengd, waardoor ook op de 31e een integrale telling onmogelijk werd. Lees meer