• 0 Watervogeltellingen VWG - 2024-10

    Lopen er Koereigers in de Rijnstreek? Afgelopen maand, oktober 2024, is weer een vrijwel volledige telling in ons gebied uitgevoerd. 21 van de 22 polders zijn geteld, soms onder niet geheel ideale weersomstandigheden. Hieronder de meest in het oog springende waarnemingen wat betreft aantal en/of leuke soorten. Achter een aantal soorten staat tussen haakjes de totaaltelling deze maand in ons hele telgebied. Grauwe gans (3993): hiervan 676 in de Gnephoek en595 in De Wilck. Grote Canadese gans (820): de meeste in de Westbroek- en Oosbroekpolder respectievelijk 209 en 206 stuks (mogelijk dezelfde groep?). Indische gans 1 x in de Vlietpolder. Knobbelzwaan (554): 90 exemplaren in de Barrepolder. Nijlgans (312): met 74 stuks is de Grote Polder koploper. Meerkoet (1859): hiervan bijna een kwart (24,7%) t.w. 460 vogels in de Riethoornse polder. Wilde eend (721): in de HW Droogmakerij 165 van deze soort. Slobeend (57): 35 stuks in De Wilck. Smient (1604): zoals altijd de grootste aantallen in De Wilck t.w. 996 stuks. Dodaars: 1 in de Grote polder en 1 in de Doespolder. Grote zilverreiger (97): waarvan 11 in de Hondsdijk en 20 in de Riethoornse polder. Kleine zilverreiger: 1 in De Wilck Koereiger (!): 9 x in de Oostbroekpolder en 2 x in de Hondsdijk. Op 4 november werden er 8 (dezelfde?!) gespot in de Barrepolder door ondergetekende. Lepelaar (5), 4 in de Munnikenpolder en 1 in de Grote Polder. Goudplevier (295): 180 in de Gnephoek, 65 in de Groenedijkse polder en 50 in HW Droogmakerij. Watersnip (21): 18 vogels in de Barrepolder. Wulp (463): 200 exemplaren in de Vlietpolder en 120 in de Geer en Buurt polder. En verder: 1 Blauwe kiekendief (vrouw), joeg 18 watersnippen op uit een slootkant in de Barrepolder. 1 Havik bij Woubrugge Kerkweg. 1 Bruine kiekendief in De Wilck. 2 Slechtvalken waarvan 1 in De Wilck en 1 bij Woubrugge Kerkweg. 3 IJsvogels: 1 bij de Zegerplas, 1 in de Munnikenpolder en 1 in de Riethoornsepolder. 1 Houtsnip in de Doespolder. 1 late Boerenzwaluw in de Oostbroekpolder. 4 (5) Grote gele kwikstaarten, 2 in de Riethoornse polder en 2 (mogelijk zelfs 3) in de Barrepolder. 4 x Tapuit op doortrek, 2 in de Wilck en1 in de Hondsdijk en Grote polder. 1 x Rietgors in HW Droogmakerij. 3 Cetti’szangers. Bij zowel de Wijde Aa, Woubrugge Kerkweg als in de Riethoornse polder 1 exemplaar. 5 vroege Koperwieken in de Grote Polder 2 x Tjiftjaf. Zowel in de Munnikenpolder als de Oostbroekpolder 1 vogel. 1 Veldleeuwerik in de Wilck. 41 Houtduiven (van de in totaal 194) in de Gnephoek, 40 in de Barrepolder en 32 in de Grote Polder. 1 Groene specht in de Vlietpolder. Maar liefst 270 kauwen in de Geer en Buurt polder Uitgelicht: De Koereiger De kans is groot dat je de laatste jaren al een aantal keer een Koereiger in Nederland hebt gezien. De soort heeft zich bij ons ontwikkeld van dwaalgast tot een echte jaarvogel. Dankzij zijn zwerflust is de Koereiger in de vorige eeuw begonnen aan een flinke uitbreiding van het verspreidingsgebied. Vanuit Zuid-Europa heeft de soort nu ook in Nederland vaste voet aan de grond gekregen, met een recordaantal broedparen in 2024. Met name in de nazomer kunnen Koereigers worden gezien in alle provincies, vooral in Laag-Nederland en het Rivierengebied. Soms komen groepen van tientallen individuen voor. Op een slaapplaats in de Biesbosch werden in september 2023 maximaal 63 exemplaren geteld. De huidige klimaatverandering blijkt gunstig te zijn voor de noordwaartse uitbreiding van het verspreidingsgebied.

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2024-03

    Hoeveel vogels en vogelsoorten zijn er in de Rijnstreek door ons geteld in de winter van 2023-2024? Bij deze de nieuwsbrief m.b.t. onze tellingen van maart. Al onze polders zijn weer geteld. Het is de laatste nieuwsbrief voor het seizoen 2023/2024. In april wordt er door een (klein) deel van onze tellers nog gegevens voor de Sovon verzameld, maar zoals bekend tellen de meesten van ons van oktober t/m maart. Om deze reden worden de telresultaten van september en april (nog) niet in een aparte nieuwsbrief verspreid. Hieronder de meest in het oog springende waarnemingen wat betreft aantal en/of leuke soorten. Achter een aantal soorten staat tussen haakjes vermeld (..) de totaaltelling deze maand in ons hele telgebied. Het voorjaar is losgebarsten en het aantal weidevogels neemt explosief toe, terwijl de wintergasten weer langzaam verdwijnen. Opvallende waarnemingen Kolgans (2147): de meeste in De Wilck t.w. 1889 stuks, en 256 in de Westbroekpolder. Soepgans: 23 exemplaren in de Droogmakerij. Knobbelzwaan (715): 96 in de Grote Polder, 89 in de Barrepolder en 110 in de Geer en Buurtpolder. Fuut (77) waarvan 19 op de Zegerplas. Dodaars|: 3 op eveneens de Zegerplas. Nijlgans (189): waarvan 66 exemplaren in de Munnikenpolder Bergeend (75): 24 exemplaren verbleven in De Wilck.. Wintertaling (54): de meeste in de Wilck t.w. 36 stuks. Krakeend (428): hiervan 42 in de Boterpolder Smient (4984): waarvan 2/3 in de Wilck t.w. 3317 vogels. Grote zaagbek 1 exemplaar op de Zegerplas. Waterhoen (183): 29 in polder Achthoven. Lepelaar: 5 in de Munnikenpolder en 4 in de Westbroekpolder. Wulp (198): hiervan 166 in de Westbroekpolder. Scholekster (362): 83 in De Wilck en 75 in de Munnikenpolder. Grutto (739): 525 stuks in de Munnikenpolder, Ook nog 2 IJslanders ertussen. Voorverzamelplek die elk jaar aantrekkelijker lijkt te worden voor deze soort. Tureluur (71) waarvan 29 in De Wilck. Kluut: 4 in de Munnikenpolder. Bonte strandloper: 3 exemplaren eveneens in deze polder. Kokmeeuw (2247): hiervan 1220 op de Zegerplas en 500 in de Doespolder. Stormmeeuw (5103): 1700 stuks in de Riethoornse polder en 1050 in de Geer en Buurtpolder. En verder Sperwer 1 x in de Wilck en 2 in de Grote Polder. Slechtvalk, Havik en Smelleken: van alle drie 1 exemplaar in De Wilck Fazant (29) waarvan 19 in polder Achthoven. Houtduif (310): waarvan 56 in de Vlietpolder en 41 in Woubrugge Kerkweg. IJsvogel 1 x in de Groenedijkse polder. Groene specht: 1 vogel in de Hondsdijkse polder. Ringmus (19) waarvan 12 in de Hondsdijkse polder Veldleeuwerik 5 x in de Wilck. Boomleeuwerik 7 in de Grote Polder. Gele kwikstaart: 1 vroege in de Droogmakerij. Witte kwikstaart (34): 15 x in de Grote polder. Boomkruiper 6 x bij de Zegerplas. Tjiftjaf (20) waarvan 5 bij de Wijde Aa en 4 in de Riethoornse polder Putter (29) waarvan 11 in polder Achthoven. Cettis’ zanger (5): 2 x langs de Wijde Aa en 1 x in de Munnikenpolder, 1 x in de Barrepolder en 1 x in de Geer en Buurtpolder. Enkele weetjes We hebben met zijn allen 107 soorten geturfd in het seizoen 23/24. Vergelijkbaar met voorgaande jaren (in 22/23 waren dat 104 soorten). Hiervan 7 exoten (zwarte zwaan, halsbandparkiet, fazant, grote Canadese gans, mandarijneend, nijlgans en muskuseend). De top 3 soortenrijkste* telgebieden gedurende dit hele telseizoen zijn respectievelijk de Munnikenpolder met 71, polder Achthoven met 67 ende Wilck met 65 soorten. De top 10 talrijkste** soorten waren1) Smient 41440 x geteld (fractioneel lager dan 22/23)2) Spreeuw 28139 x geteld.3) Stormmeeuw 26059 x geteld.4) Kolgans 18999 x geteld5) Grauwe gans 18172 x geteld.6) Meerkoet 15582 x geteld.7) Kievit 15508 x geteld.8) Kokmeeuw 10067 x geteld9) Wilde eend 6953 x geteld10) Krakeend 5611 x geteld. Verschillende hoogtepunten. Voor iedereen net iets anders, maar ik noem hierbij o.a. velduil, porseleinhoen, boomleeuwerik, smelleken, kleine rietgans en koereiger…. De opmars van de Cetti’szanger gaat maar door. Inmiddels op 6 (verleden jaar 5) verschillende locaties in ons telgebied waargenomen. In het seizoen 18/19 voor het eerst 1 waarneming in de hele telperiode. Inmiddels zitten we op 15 waarnemingen (cumulatief) dit telseizoen. * De soortenrijkdom is vooral afhankelijk van de grootte, gebruik en de inrichting van een telgebied. Het is dus niet toevallig dat De Wilck (Natura 2000 gebied) en polder Achthoven (deels NNN gebied = Doeshofpolder) hoog scoren. Ht beheer door Staatsbosbeheer speelt een belangrijke rol bij deze soortenrijkdom. Ook de Munnikenpolder is, ondanks de nabijheid van de A4, als natuurcompensatiegebied ook enigszins in het voordeel.** Met talrijk wordt hier bedoeld de optelling van alle waarnemingen over het hele telseizoen. Het zijn dus niet de absolute aantallen. Tekening: Vogelbescherming Nederland 

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2024-02

    Wat is het verschil tussen een kokmeeuw en stormmeeuw? Opvallende waarnemingen! Grauwe gans: 2002. 514 in de Munnikenpolder en 393 in de Wilck. Kolgans: 3301. De meeste t.w. 2159 in de Wilck en 650 in polder Groenendijk. Toendrarietgans: 320 stuks in de Gnephoek. De tellers geven aan niet te weten of een gemengde groep is van taiga en toendra, maar aangezien de taiga een vrij zeldzame verschijning is in ons land (maximaal een paar tot enkele tientallen overwinteraars voornamelijk in het uiterste oosten van ons land) ben ik zo vrij geweest er toendra van te maken. Kleine rietgans: 1 exemplaar dat kennelijk door ons telgebied zwerft. Dit keer aanwezig in de Munnikenpolder. Smient: 7078, waarvan 3413 in De Wilck en 550 in de Westbroekpolder. Krakeend: 457, waarvan 82 in de Oostbroekpolder en 67 in de Gemenewegse polder. Wintertaling: 104, waarvan 50 in de Wilck en 48 in de Riethoornse polder. Soepeend: 80), maar liefst 18 in de Lagenwaard en 14 in de Hondsdijk.Het aantal soepeenden in ons telgebied lijkt aan een opmars bezig. Een korte check liet zien dat t.o.v. 2014 de aantallen bijna zijn verdubbeld. Dit in tegenstelling tot de landelijke trend waar na 2010 een duidelijk dalende trend is ingezet die de laatste 4 jaar tot 2017 lijkt te stabiliseren. Het zwaartepunt van de soepeendenverspreiding ligt in laag Nederland d.w.z. Zuid-Holland, Noord-Holland en Friesland, de bekende veenweide gebieden. Dodaars 2 stuks op de Zegerplas evenals 15 futen. Kievit: van de in totaal 2363 zaten er 1853 in de Wilck. Scholekster: totaal 285. Hiervan 80 in de Munnikenpolder, 70 in de Wilck en 52 in de Geer en Buurtpolder. Grutto: 19 in de Munnikenpolder en 1 in de Wilck IJslandse grutto: 2 in de Munnikenpolder. Wulp (90): 59 in de Westbroekpolder. Watersnip: 1 x in de Wilck en 1 x in de Westbroekpolder. 1 koereiger liep nog steeds rond in polder Achthoven. Stormmeeuw: van de in totaal 7982 zaten er maar liefst 4000 in de Hondsdijkse polder. Is er mest uitgereden/geïnjecteerd? En verder: 1 sperwer in de Doespolder 2 slechtvalken in de Wilck 1 velduil in polder Groenendijk 16 fazanten in polder Achthoven 1 groene specht bij de Zegerplas 30 houtduiven in zowel de Doespolder als de Lagenwaard 10 holenduiven in de Droogmakerij 60 Turkse tortels (127) in de Doespolder Koperwiek: 2 in de Grote Polder en 1 in de Barrepolder 2 veldleeuweriken in de Wilck 7 boomleeuweriken in de Grote Polder 2 tjiftjaf eveneens in de Grote Polder 1 grote gele kwikstaart ook in de Grote Polder 14 graspiepers (24) in de Hondsdijkse polder 4 Cettis’zangers waarvan 2 bij de Wijde Aa, 1 in de Barrepolder en 1 in deMunnikenpolder. 1 ijsvogel in polder Achthoven en 1 in de Vlietpolder. 21 ringmussen waarvan 7 in de Hondsdijk, 6 in zowel de Lagenwaard als de Grotepolder en 2 in de Barrepolder. Kokmeeuw en Stormmeeuw Naast soorten als kolgans, smient, meerkoet en spreeuw zijn de meeuwen de meest talrijke groep tijdens onze wintertellingen. De aantallen variëren echter wel sterk per keer, zeker wanneer dat per telgebied wordt bekeken. Van enkele 10-tallen tot regelmatig ca.1000 stuks of zelfs meer. Het is daarbij opvallend dat doorgaans de stormmeeuw veel sterker is vertegenwoordigd als de kokmeeuw. Gebaseerd op de totaaltelling (= tellingen in ons hele gebied van oktober t/m maart gesommeerd) van beide soorten, scoort de stormmeeuw 2,25 x hoger dan de kokmeeuw. Gemiddeld over een periode van de laatste 10 jaar betekent dat 18.850 getelde stormmeeuwen vs 8330 getelde kokmeeuwen. Het gemiddelde aantal van deze laatste soort wordt echter sterk positief beïnvloed door de 2 afwijkende jaren (seizoen 16/17 en 22/23) met veel hogere aantallen in maart 2017 en februari 2023. Zonder deze uitbijters zou het gemiddeld aantal kokmeeuwen beduidend lager uitkomen. Het beeld bij de stormmeeuw is regelmatiger. Landelijk gezien zijn beide soorten in de winterperiode vergelijkbaar in aantallen (Sovon). Kokmeeuw Stormmeeuw

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2024-01

    Heel veel waarnemingen. Wat is er aan de hand? Aalscholver (128): een opmerkelijk groot aantal dit keer met de meeste in de Riethoorse polder en in de Wijde Aa. Elk met 26 stuks. Brandgans (433): verreweg de grootste aantallen (99%) in de Oostbroekpolder en Riethoornse polder met respectievelijk 173 en 257 stuks. Grauwe gans (4203): de knaller dit keer de Groenendijkse polder met 1110 vogels. Maar ook Grote polder (457), Riethoornse polder (754), Boterpolder (450)  en Doespolder (392) telden behoorlijke aantallen. Grote Canadese gans (579): hiervan 147 In de Doespolder en 176 in de Oostbroekpolder. Kolgans (7584): 1902 exemplaren in de Oostbroekpolder, 3275 in de Groenendijkse polder en 630 in de Westbroekpolder. De Toendra Rietgans zaten met zijn allen in Woubrugge Kerkweg en de Gnephoek. Respectievelijk 96 en 35 vogels. Kleine rietgans: 1 exemplaar in de Oostbroekpolder. Kleine zwaan: 58 in de Hondsdijk en 4 in de Gnephoek. Knobbelzwaan (978); hiervan 157 in de Riethoornse polder en 121 in de Grote polder. Zwarte zwaan 1 x in de Riethoornse polder. Nijlgans (132) deed het goed in de Boterpolder (24) en polder Achthoven (23). Smient (10820): dit keer niet de Wilck maar wel de Wijde Aa met 3000 vogels en de Zegerplas met 2800 exemplaren. Door bevroren sloten en weilanden hadden de vogels kennelijk de grote open wateren opgezocht. In de Wilck toch nog 1915 stuks. Krakeend (3060): maar liefst 1233 stuks in de Riethoornse polder. Wilde eend (2241): 417 in de Riethoornse polder en 272 in de Wijde Aa. Kuifeend (422) waarvan 275 op de Zegerplas. Krooneend: 1 exemplaar in de Droogmakerij 2 Mandarijneenden in polder Achthoven. Fuut (91) waarvan 24 in de Munnikenpolder. Waterhoen (413) waarvan 165 in de Riethoornse polder Waterral 1 exemplaar in Woubrugge Kerkweg. Een heel vroege Scholekster in de Doespolder. Wulp (695) waarvan 475 in de Vlietpolder en 125 in De Wilck. Goudplevier; 66 in de Wilck en 14 in de Lagenwaard. 1 Koereiger in polder Achthoven. Het is heel opvallend dat er van enkele watervogelsoorten veel grotere aantallen zijn geteld in vergelijking met de januarimaanden van voorgaande jaren. Mogelijk heeft dit te maken met het dichtvriezen van kleinere sloten en greppels waardoor veel meer soorten zichtbaar waren en dus ook goed zijn te tellen. Voorbeelden hiervan zijn krakeend, wilde eend, fuut en waterhoen. De onderstaande grafieken tonen de laatste 10 jaar voor de maand januari in ons hele telgebied voor de genoemde soorten. Het zou dus zomaar kunnen dat we van deze soorten regelmatig te lage aantallen tellen omdat ze simpelweg niet worden gezien. En verder: 29 Fazanten (van de totaal 44) in polder Achthoven. 1 Groene specht in de Munnikenpolder. 2 IJsvogels bij de Zegerplas. 17 Kramsvogels in de Hondsdijkse polder. 5 Ooievaars (van de totaal 13) in de Riethoornse polder. 4 Ringmussen in de Hondsdijk. 1 Roodborsttapuit in de Wilck. 1 Slechtvalk in de Wilck. 1 Sperwer in de Munnikenpolder. 56 Turkse tortels (van de totaal 153) in de Doespolder.

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2023-12

    Waar zijn er veel fazanten te zien? Door omstandigheden 3 polders niet worden geteld. De gegevens van polder Achthoven, de Vlietpolder en de Doespolder ontbreken daarom in dit overzicht. Hieronder de meest in het oog springende waarnemingen wat betreft aantal en/of leuke soorten. Achter een aantal soorten staat tussen haakjes vermeld (..) de totaaltelling deze maand in ons hele telgebied. Opvallende waarnemingen: Grauwe gans (3313): verreweg de meeste in de Riethoornse polder t.w. 1256 stuks, gevolgd door polder Woubrugge Kerkweg met 502 vogels. Grote Canadese gans (442): de meeste ditmaal in de Boterpolder met 96 stuks gevolgd door 94, 84 en 82 exemplaren in respectievelijk de Oostbroekpolder, de Riethoornse polder en de Westbroekpolder. Kolgans ((4633): hiervan 1640 in de Lagenwaard en 1302 in de Oostbroekpolder. Knobbelzwaan (717): 157 zaten er in de Geer en Buurt polder. Kleine zwaan: hoewel al enige tijd in onze regio aanwezig zijn dit de eerste in de wintertelling. Alle 22 stuks in Woubrugge Kerkweg. Wilde zwanen zaten met zijn allen (10 vogels) in dezelfde polder als de kleinere soortgenoot. Deze soort zien we zeker niet elke winter in onze regio en meestal ook in kleinere aantallen. Nijlgans (131): waarvan 42 in de Lagenwaard. Smient (9342): verreweg de meeste (65%) in De Wilck t.w. 6097 stuks op afstand gevolgd door 814 vogels in de Oostbroekpolder. Pijlstaart (28): 10 in de Munnikenpolder en 18 in de Wilck. Krakeend (591): 35% van deze soort in de Riethoornse polder t.w. 215 stuks. Wintertaling (67): 54 exemplaren in de Wilck. Tafeleend (14): 13 x in de Munnikenpolder. Slobeend (48): waarvan 43 in de Wilck Meerkoet (3237): sterk vertegenwoordigd in de Riethoornse polder met 902 vogels. Waterhoen (185): 34 in de Lagenwaard en 54 in (alweer) de Riethoornse polder. Dodaars: 2 stuks op de Zegerplas. Fuut (60): 12 stuks zowel in de Munnikenpolder als in de Riethoornse polder. Goudplevier (1242) waarvan 1200 in polder Groenendijk. Kievit (3684): zowel de Wilck (1592 stuks) als de Riethoornse polder (1500) stuks waren samen goed voor 84% van deze soort in ons gebied. Grote zilverreiger (73): waarvan 10 in de Oostbroekpolder Ooievaar (14): de helft van het totaal t.w. 7 stuks in de Gnephoek. Wulp (455): 196 in de Hondsdijk en 157 in de Wilck. En verder: Zilvermeeuw (178) waarvan 112 in de Grote polder Kokmeeuw (2182) waarvan 1375 in de Riethoornse polder Stormmeeuw (4405) waarvan 950 in de Lagenwaard. 14 holenduiven in de Droogmakerij. 1 ijsvogel in dezelfde polder. 11 ringmussen in de Grote polder. 1 havik in de Wilck 2 sperwers verdeeld over Lagenwaard en Barrepolder 2 slechtvalken verdeeld over de Barrepolder en de Wilck. De fazant De fazant (jaarvogel) komt van oorsprong niet voor in west Europa maar is hier door de Romeinen verspreid als vogel om op te jagen en pas veel later (18e eeuw) vooral voor plezierjacht. De vogels werden bijgevoerd om de stand op peil te houden. Inmiddels (van af 1978) is bijvoeren in ons land verboden.  Bejagen mag nog steeds binnen de periode 15 oktober tot 31 januari op de haan en van 15 oktober tot 31 december op de hen. Hoewel tijdens deze decembertelling niet extreem veel fazanten (13) zijn waargenomen, lijkt de soort in ons telgebied de laatste jaren echter sterk toe te nemen (zie grafieken). Dit in tegenstelling tot de landelijke trend, waarbij de soort in eerste instantie van 1980 tot 2010 meer dan gehalveerd is.  Dit komt mede door het instellen van een bijvoederverbod. De laatste 10 tot 12 jaar lijkt de stand landelijk te stabiliseren. Ca. 26000 broedparen (Sovon 2020) en ca. 100.000 wintervogels (Sovon 2015). Bij de landelijke verspreiding van deze soort ligt het zwaartepunt in zuid - west Nederland (Zuid-Holland en Zeeland). Wanneer we in ons gebied echter wat nauwkeuriger naar de tellingen kijken, kan een (groot) deel van de toename worden verklaard door de enorme stijging van het aantal fazanten in de Doeshofpolder (als onderdeel van het telgebied polder Achthoven).   Het seizoen gemiddelde van de eerste 5 jaar in de grafiek is 9 fazanten zonder polder Achthoven en 10 inclusief deze polder. Voor de laatste 5 jaar in de grafiek, bedraagt het seizoen gemiddelde 43 fazanten zonder polder Achthoven en 98 inclusief deze polder. Het telrecord van polder Achthoven staat op 35 fazanten in januari 2022. E.e.a. betekent dus minimaal een 4-voudige toename in ons gebied zonder polder Achthoven maar een 10-voudige toename inclusief deze polder.  In werkelijkheid zal het verschil kleiner zijn omdat in de eerste 5 jaar van de grafiek 2 polders (Munnikenpolder en Droogmakerij) nog niet werden geteld en hierdoor het gemiddelde iets te laag uitvalt. Gezien de geringe aantallen in deze 2 polders in de tweede periode van 5 jaar, zal de invloed hiervan echter gering zijn. De reden van de sterke toename is niet helemaal duidelijk maar een oorzaak die hieraan zal hebben bijgedragen, is dat de Doeshofpolder grotendeels in bezit is gekomen van Staats Bos Beheer en dat dit gebied is ingericht en wordt beheerd als NNN (Natuurnetwerk Nederland) gebied.