• 0 Bont Allerlei 1-2021

    De Bont Allerlei met leuke en vooral interessante verhalen

  • 0 Wat was er te zien in januari en februari in onze gemeente?

    De eerste maanden van het nieuwe jaar zitten er alweer op. Nog altijd gelden de corona-maatregelen en kunnen we niet met elkaar op pad. Maar gelukkig komen velen elkaar nog wel af en toe tegen buiten in het veld, zeker in de winterse periode in de 2e week van februari. Deze winterperiode is ondanks de korte duur voor vele vogels afzien geweest, maar heeft ons als vogelaars heel wat mooie waarnemingen opgeleverd. Een goede week later startte het voorjaar en naast de heerlijke vogelzang van bijv. merel, zanglijster en heggenmus was dit ook alweer het begin van de komst van zomergasten zoals de grutto. Komende periode zullen vele andere vogelsoorten volgen. Januari De siberische tjiftjaf die in december bij Archeon werd ontdekt werd in de eerste maand van het jaar nog eenmaal gezien. Natuurlijk waren ook de koereigers nog aanwezig, tot zelfs 14 stuks tegelijk. Met de komst van de kou in februari zijn ze verdwenen en via de kust bij Den Haag naar zuid getrokken. Anders zullen enkele exemplaren het waarschijnlijk niet overleefd hebben. Qua roofvogels was een aanwezige zwarte wouw bij Leiden, Hazerswoude en later de Compierekade een opvallende verschijning. Deze soort is in het verleden in januari nog geen 10x in heel Nederland gezien en werd later nog in Utrecht en Gelderland gemeld. In de Lagenwaardse polder werd de zeearend ook weer een keer waargenomen, tot nu slechts door 1 persoon en helaas dus blijkbaar geen vaste gast zoals 2 jaar geleden. Veelvuldig aanwezig zijn blauwe kiekendieven, zowel mannetjes als vrouwtjes jagen regelmatig door onze polders. Een bosuil heeft zich weer laten horen in Zegersloot-Noord. Nu met de avondklok is het horen van dit beest beperkt tot de mensen die hier wonen. Voor het zien van meeuwen moet je naar De Schans (Suez) tegenover de containerterminal. Tussen de vele zilvermeeuwen, kokmeeuwen en stormmeeuwen zijn regelmatig enkele pontische meeuwen (en soms ook geelpootmeeuwen) te vinden. Waterpiepers laten zich af en toe zien tussen de graspiepers in het Zaanse Rietveld. Februari De koude periode in februari zorgde voor veel bevroren wateren en ook het Markermeer en IJsselmeer moesten er gedeeltelijk aan geloven. Als dit gebeurt, dan kun je er op rekenen dat op de diepe plassen zoals de Zegerplas en bevaarbare stukken zoals de Gouwe en Oude Rijn er leuke verrassingen mogelijk zijn. Al flink wat jaren was de Zegerplas een saaie plek aan het worden voor vogelaars maar nu eindelijk werd het weer interessant met duizenden watervogels. Tussen de vele smienten, kuifeenden en krakeenden doken langzaam ook andere soorten op als slobeend, wintertaling en pijlstaart. Na nog wat meer vorst kwamen ook de voor onze regio betere soorten als nonnetje, grote zaagbek en brilduiker. Veel vogelaarsogen zorgen ook voor meer waarnemingen en al snel werd een mooie winterkleed roodhalsfuut ontdekt die zich regelmatig van dichtbij liet bekijken. Tijdens het zoeken naar de roodhalsfuut kwam opeens ook een ander fuutje in beeld: een kuifduiker (ook winterkleed). Deze werd slechts door een aantal mensen gezien maar gelukkig zorgde een tweede exemplaar een aantal dagen later in het Aarkanaal en soms ook Zegerplas voor meer gelukkige gezichten. Rondom de Zegerplas en Kromme Aar lieten de ijsvogels zich veel makkelijker zien dan normaal. Helaas hebben zij het moeilijk met de kou en zijn diverse ijsvogels gestorven. Ook een torenvalk leek zich bij gebrek aan muizen te specialiseren op de felblauwe vogeltjes. De waterral is op zich best wel aanwezig in ons gebied, maar vaak laten ze zich slecht zien. Ook voor deze soort verandert dit als er ijs ligt. Op diverse plekken zoals de Kromme Aar, Zegerplas, Spookverlaat en het Zaanse Rietveld lieten ze zich soms mooi aan de rand van het riet of op het ijs zien. De houtsnip was ook een opvallende gast deze periode en werd in grote aantallen gezien. Soms ongelukkig tegen ramen gevlogen of op vreemde plekken in woonwijken maar ook op veel plekken waar bosjes en flink wat beplanting aanwezig is. Vele wandelaars in het Zegerslootgebied, Bentwoud en Zaanse Rietveld zullen een of meerdere exemplaren op hebben zien vliegen. In de sneeuw waren ook volop sporen van de houtsnip te zien en bijna altijd leiden ze naar de voet van de bomen waar wat bladeren liggen. Met wat geduld waren ze soms ook mooi te bekijken, vooral op plekken waar de zon goed scheen en er minder sneeuw lag zoals onder vollere (naald)bomen. Hier waren ze druk op zoek naar wormen om de kou te overleven. Het bokje, een andere steltloper, was een stuk lastiger om te vinden. O.a. in Woubrugge en bij het Spookverlaat zijn ze wel kortstondig gezien. Zowel voor als na de vorstperiode waren er soms mooie groepen overvliegende ganzen te zien, waarbij tussen de kolganzen ook een kleine rietgans werd waargenomen. In het Zaanse Rietveld werd op een baggerig veldje nog een rouwkwikstaart gezien en ook de eerste zwartkopmeeuwen beginnen voorzichtig binnen te druppelen. Verder trok de spreeuwenzwerm aan het Rietveldsepad veel belangstelling. Op sommige avonden zorgden enkele jagende sperwers en een slechtvalk voor een geweldige voorstelling.    

  • 0 De Brilduiker | Ganzen- en Zwanentrek - Sovon - 2021-02

    De Brilduiker De Brilduiker behoort tot een van de mooiste wintergasten in ons land: vooral de zwartwitte mannetjes, maar ook de minder opvallende vrouwtjes mogen er zijn. Lees meer Ganzen en zwanen: winterse trekbewegingen We hebben nog weinig zicht op de aantallen in januari, omdat vanwege covid-19 de midwintertelling over een wat langere periode was uitgesmeerd dan gebruikelijk en de Waddenzee pas in het laatste januari-weekeinde werd geteld. Lees meer

  • 0 Omgevingswet krijgt Europees aandacht | Omgevingstafel | Circulaire economie - MF - 2021-01

    Blog: Europees Hof bemoeit zich met de omgevingswet Nieuwe methode Valuta voor Veen bijna goedgekeurd Behoud het groen tussen Delft en Rijswijk en steun de bewonerspetitie Omgevingstafel doet oproep Verontrustend meer waterverontreinigingen in de Rotterdamse Haven Programma NMF's tijdens week van de circulaire economie We presenteren het Circulariteitenkabinet! Steun voor de Klimaatmars 2021 NMZH heet Mellanie Vellekoop en Lale Turan welkom Duurzame boerderijwinkels pleiten voor btw-verlaging op duurzame landbouwproducten Alles over de natuur in Zuid-Holland: Bekijk online versie

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2020-12

    Tellingen Kleine zwanen zijn voor de eerste maal dit telseizoen waargenomen, t.w.14 stuks in de Lagenwaardse Polder. Grauwe ganzen zaten dit maal met de grootste aantallen in de Grote Polder en de  Polder  Achthoven met respectievelijk 864 en 626 stuks.  Dat deze soort redelijk algemeen en talrijk is, blijkt ook uit de aantallen in andere delen van ons telgebied met meer dan 400 stuks t.w. 540 in de Boterpolder, 515 in de Lagenwaard,en 450 in de Gnephoek.  In totaal werden er in ons gebied 4067  van deze soort geteld. Wellicht is hier en daar echter wel sprake van enige dubbeltelling omdat sommige van genoemde polders direct aan elkaar grenzen en niet tegelijkertijd zijn geteld. Dit geldt ook voor de volgende soort. Kolganzen waren talrijk in eveneens de Grote polder met 833 stuks en de Oostbroekpolder met 1636 stuks. In de Westbroekpolder zijn 81 brandganzen geteld. 305 nijlganzen waren aanwezig in de Lagenwaard. 4 toendra rietganzen waren aanwezig in de Grote Polder.  In de Westbroekpolder zijn 114 grote Canadese ganzen geteld. Opvallend veel krakeenden t.w. 97 stuks bij de Wijde Aa en maar liefst 116 in de Riethoornse Polder. Verreweg de grootste aantallen smienten uiteraard in De Wilck t.w.3825 stuks. Hier ook nog eens 3680 goudplevieren, 4200 kieviten, 64 slobeenden en 14 pijlstaarten. Wulpen waren talrijk in de Vlietpolder met 366 vogels en in Woubrugge Kerkweg met 102 stuks. Andere opvallende waarnemingen waren: Ooievaar: 3 x in de Oostbroekpolder, 2 x  in de Lagenwaard, 1 x in de Grote Polder, 1 x in de Barrepolder en 2 x in de Gnephoek. ( mogelijk deels dezelfde vogels??) IJsvogel: hiervan 1 in de Barrepolder , 1 in de Vlietpolder en 1 in de Riethoornse  Polder. Grote gele kwikstaart: 1 x in de Oostbroekpolder. Blauwe kiekendief: 1 vrouwtje in de Barrepolder. Havik: 1 x in De Wilck Slechtvalk: 1 x in De Wilck en 1 x  in de Lagenwaard Ransuil: 1 x in Barrepolder (roestboom in een tuin langs de Weipoortse Vliet). Graspieper: 5 x in De Wilck, 5 x in de Oostbroekpolder, 4 x in  de Hondsdijkse Polder. Koperwiek:  6 x in de Riethoornse Polder Fazant: 24 x in Polder Achthoven en 7 x in Woubrugge Kerkweg Staartmees: 8 stuks in de Riethoornse Polder Zwarte zwaan: 2 x in de Boterpolder Stormmeeuw: 1100 in de Hondsdijkse polder Kauw: 224 x in de Grote Polder (noord)., niet ver van de slaapplaats voor deze soort bij het Heinekenterrein Merel  Tot slot het volgende weetje. In 2016 werden onze merels getroffen door het Usutu virus, wat een grote sterfte onder deze soort te weeg bracht . Dit virus werd in 2001 voor het eerst vastgesteld in Oostenrijk en in 2012 volgde een enorme epidemie in Duitsland. In ons telgebied worden in het winterhalfjaar door alle tellers ook alle soorten geteld, dus het leek mij wel eens aardig om te kijken naar de aantallen merels in deze telperiode van de afgelopen 10 jaar. In de grafiek hieronder is te zien dat er inderdaad een effect op de winteraantallen is / lijkt te zijn. Na 2016/17 zijn de aantallen (seizoensmaxima voor oktober t/m december) beduidend lager.