Categorieën
0 Watervogeltellingen - 2024-12
Komt de de kleine zilverreiger wel of niet naar de Rijnstreek? Tijdens de watervogel/wintertellingen verblijven ook in ons telgebied regelmatig (soms ook niet) een of enkele exemplaren. Hoe verhoud zich dat tot de Nederlandse aantallen? Opvallende waarnemingen: Grauwe gans (3734): hiervan 1340 in de Riethoornse polder en 748 in de Oostbroekpolder. Kolgans (3218): de meeste in de Oostbroekpolder t.w. 2199 stuks. Indische gans 1 x in de Vlietpolder. Kleine zwaan: de eerste van dit telseizoen. 6 stuks in de Hondsdijkse polder. Knobbelzwaan (740): 165 exemplaren in de Riethoornse polder. Nijlgans (364): met 125 vogels in de Doespolder.. Meerkoet (2782): de meeste in de Wesbroekpolder, De Wilck en polder Achthoven met respectievelijk 414, 408 en 376 vogels. Waterhoen (285): hiervan 79 in de Riethoornsepolder Wilde eend (989): in de HW Droogmakerij 154 exemplaren. Krakeend (394): hiervan 110 in de Riethoornse polder. Smient (9144): de grootste aantallen (ca. 80%) in De Wilck t.w. 7275 stuks. Dodaars: 3 in de Zegerplas en 1 in de Lagenwaard. Grote zilverreiger (78): waarvan 10 in de Riethoornse polder. Kleine zilverreiger: 1 in De Wilck Koereiger (22): 20 x in de Geer en Buurtpolder en 2 x in de Boterpolder. Goudplevier: allemaal in de Wilck t.w. 3155 exemplaren. Kievit (3228): hiervan 701 in de Gnephoek en 2056 in De Wilck Watersnip: 3 vogels in De Wilck en 2 in de HW Droogmakerij Wulp (404): 219 exemplaren in de Vlietpolder en 57 in de HW Droogmakerij. Zilvermeeuw (178): waarvan 71 in de Westbroekpolder. En verder: Blauwe kiekendief,1 in De Wilck en 1 in de Groenendijkse polder. Slechtvalk (3) waarvan 1 in De Wilck, 1 in de HW Droogmakerij en 1 in de Grote polder. Sperwer: 1 in de Vlietpolder en 1 in de Barrepolder Fazant (29): hiervan 21 in polder Achthoven IJsvogel: 1 in polder Achthoven. Grote gele kwikstaart: 1 in polder Achthoven en 1 in de HW Droogmakerij Rietgors:1x in Grote polder Cetti’szanger: 1 vogel in de Munnikkenpolder. Houtduif (156): 50 stuks in de Boterpolder. Holenduif (64): 36 exemplaren in de HW Droogmakerij. Turkse tortel (115): 40 in de Doespolder en 35 in de Groenedijkse polder Groene specht 1 x in de Munnikkenpolder. Roodporsttapuit: 1 x in De Wilck Vink (51): hiervan 35 exemplaren in polder Achthoven. Putter (26): 20 stuks in de Doespolder. Keep: 1 x in polder Achthoven. Kramsvogel: 2 in polder Achthoven en 1 in De Wilck. De kleine zilverreiger Voor pakweg 1980 was de kleine zilverreiger nog een dwaalgast in ons land. Daarna werd het een incidentele (1979) broedvogel maar na 1995 is deze soort in aantal toenemende broedvogel geworden in ons land met een piek van 175 broedparen in 2008. Daarna zijn de aantallen weer gedaald en al een aantal jaren redelijk stabiel. In 2024 waren er 115 broedparen. De grootste broedkolonies liggen op de Sassenplaat in de Hoeksche Waard met 42 broedparen en het Sloegebied in Zeeland met 23 broedparen in 2023. In het winterhalfjaar (2016-2021) verbleven er gemideld 465 (deels doortrek) vogels in ons land. Kleine zilvereigers zijn erg kou gevoelig en het aantal wintervogels hangt sterk samen met wel of geen vorstperiode. Bij strenge vorst overlijden veel vogels. Het zwaartepunt van verspreiding buiten het broedseizoen ligt in de Zeeuwse Delta en in (veel) mindere mate op de Wadden (zie onderstaand kaartje). De grootste aantallen worden waargenomen van augustus t/m oktober. Tijdens de watervogel/wintertellingen verblijven ook in ons telgebied regelmatig (soms ook niet) een of enkele exemplaren. In onderstaand grafiekje zijn de totalen van de tellingen(oktober-maart) van de laatste 10 jaar in ons hele telgebied weergegeven (zonder aantallen 2024/2025)
0 Watervogeltellingen - 2024-11
Meer over de Krakeend en de Wilde eend deze keer. Veranderen de aantallen echt? En nieuws van het tellersfront: inmiddels lijken we er in ieder geval 2 tellers bij te hebben. Opvallende waarnemingen in november 2024 Grauwe gans (3397): van deze soort 767 in de Riethoornse polder Kolgans (1848): verreweg de meeste vogels in de Oostbroekpolder t.w. 1139 stuks. Grote Canadese gans (369): redelijk gelijkmatig verspreid met het hoogste aantal in de Achthovener polder t.w. 64 exemplaren. Nijlgans (313): hiervan 85 in de Gnephoek en 69 in de Oostbroekpolder. Indische gans (1) in de Vlietpolder. Soepgans (40): 34 in de Hazerswoudse Droogmakerij Knobbelzwaan (763): waarvan 90 exemplaren in de Riethoornse polder. Smient (6471): meer dan de helft in de Wilck. 3533 vogels Krakeend (503): de hoogste aantallen in de Riethoornse polder (156), Gemenewegse polder (85) en Boterpolder (58). Slobeend (47): 38 in de Wilck Dodaars: 1 exemplaar in de Zegerplas. Meerkoet (2912): hiervan maar liefst 720 in de Riethoornse polder en 552 in de Westbroekpolder. Waterhoen (190): 56 in de Riethoornse polder. Koereiger (16): 5 meer dan de vorige telling. 14 in de Oostbroekpolder en 2 in de Riethoornse polder Grote zilverreiger (75): waarvan 10 in de Gnephoek. Goudplevier (600): 450 in de Groenendijkse polder, 140 in de Wilck en 10 in de Vlietpolder. Kievit (4742): hiervan 2000 in de Riethoornse polder en 1211 in de Wilck. Watersnip: 6 exemplaren in de Wilck Wulp (259): hiervan 66 vogels in de Groenendijkse polder en 73 in de Barrepolder. En verder: Sperwer (5): 1 vogel respectievelijk in de Doespolder, polder Achthoven en Grote polder. 2vogels in de Wilck. Slechtvalk: 1 x in de Wilck en 1 x in de Oostbroekpolder. Vermoedelijk dezelfde vogel. Cetti’s zanger (5): 1 exemplaar bij de Wijde Aa, in Woubrugge Kerkweg, en de Munnikkenpolder. 2 vogels in de Riethoornse polder. Graspieper (20): 9 in polder Achthoven en 11 in de Wilck. Groenling: maar liefst 30 exemplaren in de Boterpolder. Grote gele kwikstaart: 1 exemplaar zowel in de Vlietpolder als de Riethoornse polder. Tjiftjaf: 1 overwinteraar in de Riethoornse polder. Veldleeuwerik (5): 3 in de Gnephoek en 2 in de Wilck Rietgors 1 x in de Wilck. Roodborsttapuit: 1 x in de Wilck. Kramsvogel: 1 in de Gnephoek en 9 in polder Achthoven. Fazant (27): 16 in polder bij Woubrugge Kerkweg. IJsvogel (6): 1 vogel bij/in respectievelijk de Zegerplas, de Munnikkenpolder, de Hondsdijkse polder en de Barrepolder en 2 in de Wilck. Houtduif (120): 51 in de Gnephoek en 40 in de Boterpolder. Turkse tortel (132): ca 50% t.w. 65 stuks in de Doespolder Kauw (595): hiervan 220 stuks in de Hondsdijkse polde Uitgelicht Wilde eend versus Krakeend -Gegevens van de Sovon- Wilde eend De wilde eend is de meest talrijke watervogel in ons land. Het zwaartepunt van de broedgebieden ligt in de laagveenprovincies (ZH, NH en FR) en in mindere mate langs de randmeren en grote rivieren. De soort gaat vanaf begin deze eeuw in aantal duidelijk achteruit en is inmiddels ruim 50% lager dan tussen 1990 en 2000. Oorzaken zijn o.a. een afnemende broedpopulatie en de noordelijke verschuiving van overwinteringsgebieden binnen Europa. Het totaal aantal vogels in de in de winter wordt geschat op 700.000 (2021). In onderstaande grafiek is e.e.a. weergegeven voor de populatie van deze soort buiten het broedseizoen (= ons telseizoen). De dikke lijn is de trendlijn, rode stippen gemiddeld aantal. Krakeend Voor de krakeend is de situatie duidelijk anders. Voor 1960 was de krakeend een zeldzaamheid in ons land. Daarna heeft deze soort zijn leefgebied vanuit Aziatisch Rusland sterk uitgebreid richting West-Europa. Het totaal aantal in de winter wordt geschat op 120.000 (2021). De onderstaande grafiek (buiten broedseizoen) laat deze sterke toename duidelijk zien. Zwart is de trendlijn, rode stippen gemiddeld aantal. Rijnstreek versus landelijk Wanneer we naar de resultaten kijken (periode 2014 t/m 2021) wordt de landelijke (blauw) teruggang van de wilde eend niet weerspiegeld in de grafiek voor ons hele telgebied (oranje). Bij ons zijn de aantallen stabiel (groen). Landelijk gezien een daling van 23% in vergelijking met 2014 en 50% in vergelijking met 2000 (blauw). Voor de krakeend volgt de trend bij ons ook de landelijke trend. Een duidelijke toename van de aantallen.
0 Watervogeltellingen VWG - 2024-10
Lopen er Koereigers in de Rijnstreek? Afgelopen maand, oktober 2024, is weer een vrijwel volledige telling in ons gebied uitgevoerd. 21 van de 22 polders zijn geteld, soms onder niet geheel ideale weersomstandigheden. Hieronder de meest in het oog springende waarnemingen wat betreft aantal en/of leuke soorten. Achter een aantal soorten staat tussen haakjes de totaaltelling deze maand in ons hele telgebied. Grauwe gans (3993): hiervan 676 in de Gnephoek en595 in De Wilck. Grote Canadese gans (820): de meeste in de Westbroek- en Oosbroekpolder respectievelijk 209 en 206 stuks (mogelijk dezelfde groep?). Indische gans 1 x in de Vlietpolder. Knobbelzwaan (554): 90 exemplaren in de Barrepolder. Nijlgans (312): met 74 stuks is de Grote Polder koploper. Meerkoet (1859): hiervan bijna een kwart (24,7%) t.w. 460 vogels in de Riethoornse polder. Wilde eend (721): in de HW Droogmakerij 165 van deze soort. Slobeend (57): 35 stuks in De Wilck. Smient (1604): zoals altijd de grootste aantallen in De Wilck t.w. 996 stuks. Dodaars: 1 in de Grote polder en 1 in de Doespolder. Grote zilverreiger (97): waarvan 11 in de Hondsdijk en 20 in de Riethoornse polder. Kleine zilverreiger: 1 in De Wilck Koereiger (!): 9 x in de Oostbroekpolder en 2 x in de Hondsdijk. Op 4 november werden er 8 (dezelfde?!) gespot in de Barrepolder door ondergetekende. Lepelaar (5), 4 in de Munnikenpolder en 1 in de Grote Polder. Goudplevier (295): 180 in de Gnephoek, 65 in de Groenedijkse polder en 50 in HW Droogmakerij. Watersnip (21): 18 vogels in de Barrepolder. Wulp (463): 200 exemplaren in de Vlietpolder en 120 in de Geer en Buurt polder. En verder: 1 Blauwe kiekendief (vrouw), joeg 18 watersnippen op uit een slootkant in de Barrepolder. 1 Havik bij Woubrugge Kerkweg. 1 Bruine kiekendief in De Wilck. 2 Slechtvalken waarvan 1 in De Wilck en 1 bij Woubrugge Kerkweg. 3 IJsvogels: 1 bij de Zegerplas, 1 in de Munnikenpolder en 1 in de Riethoornsepolder. 1 Houtsnip in de Doespolder. 1 late Boerenzwaluw in de Oostbroekpolder. 4 (5) Grote gele kwikstaarten, 2 in de Riethoornse polder en 2 (mogelijk zelfs 3) in de Barrepolder. 4 x Tapuit op doortrek, 2 in de Wilck en1 in de Hondsdijk en Grote polder. 1 x Rietgors in HW Droogmakerij. 3 Cetti’szangers. Bij zowel de Wijde Aa, Woubrugge Kerkweg als in de Riethoornse polder 1 exemplaar. 5 vroege Koperwieken in de Grote Polder 2 x Tjiftjaf. Zowel in de Munnikenpolder als de Oostbroekpolder 1 vogel. 1 Veldleeuwerik in de Wilck. 41 Houtduiven (van de in totaal 194) in de Gnephoek, 40 in de Barrepolder en 32 in de Grote Polder. 1 Groene specht in de Vlietpolder. Maar liefst 270 kauwen in de Geer en Buurt polder Uitgelicht: De Koereiger De kans is groot dat je de laatste jaren al een aantal keer een Koereiger in Nederland hebt gezien. De soort heeft zich bij ons ontwikkeld van dwaalgast tot een echte jaarvogel. Dankzij zijn zwerflust is de Koereiger in de vorige eeuw begonnen aan een flinke uitbreiding van het verspreidingsgebied. Vanuit Zuid-Europa heeft de soort nu ook in Nederland vaste voet aan de grond gekregen, met een recordaantal broedparen in 2024. Met name in de nazomer kunnen Koereigers worden gezien in alle provincies, vooral in Laag-Nederland en het Rivierengebied. Soms komen groepen van tientallen individuen voor. Op een slaapplaats in de Biesbosch werden in september 2023 maximaal 63 exemplaren geteld. De huidige klimaatverandering blijkt gunstig te zijn voor de noordwaartse uitbreiding van het verspreidingsgebied.
0 Watervogeltellingen VWG - 2024-03
Hoeveel vogels en vogelsoorten zijn er in de Rijnstreek door ons geteld in de winter van 2023-2024? Bij deze de nieuwsbrief m.b.t. onze tellingen van maart. Al onze polders zijn weer geteld. Het is de laatste nieuwsbrief voor het seizoen 2023/2024. In april wordt er door een (klein) deel van onze tellers nog gegevens voor de Sovon verzameld, maar zoals bekend tellen de meesten van ons van oktober t/m maart. Om deze reden worden de telresultaten van september en april (nog) niet in een aparte nieuwsbrief verspreid. Hieronder de meest in het oog springende waarnemingen wat betreft aantal en/of leuke soorten. Achter een aantal soorten staat tussen haakjes vermeld (..) de totaaltelling deze maand in ons hele telgebied. Het voorjaar is losgebarsten en het aantal weidevogels neemt explosief toe, terwijl de wintergasten weer langzaam verdwijnen. Opvallende waarnemingen Kolgans (2147): de meeste in De Wilck t.w. 1889 stuks, en 256 in de Westbroekpolder. Soepgans: 23 exemplaren in de Droogmakerij. Knobbelzwaan (715): 96 in de Grote Polder, 89 in de Barrepolder en 110 in de Geer en Buurtpolder. Fuut (77) waarvan 19 op de Zegerplas. Dodaars|: 3 op eveneens de Zegerplas. Nijlgans (189): waarvan 66 exemplaren in de Munnikenpolder Bergeend (75): 24 exemplaren verbleven in De Wilck.. Wintertaling (54): de meeste in de Wilck t.w. 36 stuks. Krakeend (428): hiervan 42 in de Boterpolder Smient (4984): waarvan 2/3 in de Wilck t.w. 3317 vogels. Grote zaagbek 1 exemplaar op de Zegerplas. Waterhoen (183): 29 in polder Achthoven. Lepelaar: 5 in de Munnikenpolder en 4 in de Westbroekpolder. Wulp (198): hiervan 166 in de Westbroekpolder. Scholekster (362): 83 in De Wilck en 75 in de Munnikenpolder. Grutto (739): 525 stuks in de Munnikenpolder, Ook nog 2 IJslanders ertussen. Voorverzamelplek die elk jaar aantrekkelijker lijkt te worden voor deze soort. Tureluur (71) waarvan 29 in De Wilck. Kluut: 4 in de Munnikenpolder. Bonte strandloper: 3 exemplaren eveneens in deze polder. Kokmeeuw (2247): hiervan 1220 op de Zegerplas en 500 in de Doespolder. Stormmeeuw (5103): 1700 stuks in de Riethoornse polder en 1050 in de Geer en Buurtpolder. En verder Sperwer 1 x in de Wilck en 2 in de Grote Polder. Slechtvalk, Havik en Smelleken: van alle drie 1 exemplaar in De Wilck Fazant (29) waarvan 19 in polder Achthoven. Houtduif (310): waarvan 56 in de Vlietpolder en 41 in Woubrugge Kerkweg. IJsvogel 1 x in de Groenedijkse polder. Groene specht: 1 vogel in de Hondsdijkse polder. Ringmus (19) waarvan 12 in de Hondsdijkse polder Veldleeuwerik 5 x in de Wilck. Boomleeuwerik 7 in de Grote Polder. Gele kwikstaart: 1 vroege in de Droogmakerij. Witte kwikstaart (34): 15 x in de Grote polder. Boomkruiper 6 x bij de Zegerplas. Tjiftjaf (20) waarvan 5 bij de Wijde Aa en 4 in de Riethoornse polder Putter (29) waarvan 11 in polder Achthoven. Cettis’ zanger (5): 2 x langs de Wijde Aa en 1 x in de Munnikenpolder, 1 x in de Barrepolder en 1 x in de Geer en Buurtpolder. Enkele weetjes We hebben met zijn allen 107 soorten geturfd in het seizoen 23/24. Vergelijkbaar met voorgaande jaren (in 22/23 waren dat 104 soorten). Hiervan 7 exoten (zwarte zwaan, halsbandparkiet, fazant, grote Canadese gans, mandarijneend, nijlgans en muskuseend). De top 3 soortenrijkste* telgebieden gedurende dit hele telseizoen zijn respectievelijk de Munnikenpolder met 71, polder Achthoven met 67 ende Wilck met 65 soorten. De top 10 talrijkste** soorten waren1) Smient 41440 x geteld (fractioneel lager dan 22/23)2) Spreeuw 28139 x geteld.3) Stormmeeuw 26059 x geteld.4) Kolgans 18999 x geteld5) Grauwe gans 18172 x geteld.6) Meerkoet 15582 x geteld.7) Kievit 15508 x geteld.8) Kokmeeuw 10067 x geteld9) Wilde eend 6953 x geteld10) Krakeend 5611 x geteld. Verschillende hoogtepunten. Voor iedereen net iets anders, maar ik noem hierbij o.a. velduil, porseleinhoen, boomleeuwerik, smelleken, kleine rietgans en koereiger…. De opmars van de Cetti’szanger gaat maar door. Inmiddels op 6 (verleden jaar 5) verschillende locaties in ons telgebied waargenomen. In het seizoen 18/19 voor het eerst 1 waarneming in de hele telperiode. Inmiddels zitten we op 15 waarnemingen (cumulatief) dit telseizoen. * De soortenrijkdom is vooral afhankelijk van de grootte, gebruik en de inrichting van een telgebied. Het is dus niet toevallig dat De Wilck (Natura 2000 gebied) en polder Achthoven (deels NNN gebied = Doeshofpolder) hoog scoren. Ht beheer door Staatsbosbeheer speelt een belangrijke rol bij deze soortenrijkdom. Ook de Munnikenpolder is, ondanks de nabijheid van de A4, als natuurcompensatiegebied ook enigszins in het voordeel.** Met talrijk wordt hier bedoeld de optelling van alle waarnemingen over het hele telseizoen. Het zijn dus niet de absolute aantallen. Tekening: Vogelbescherming Nederland
0 Watervogeltellingen VWG - 2024-02
Wat is het verschil tussen een kokmeeuw en stormmeeuw? Opvallende waarnemingen! Grauwe gans: 2002. 514 in de Munnikenpolder en 393 in de Wilck. Kolgans: 3301. De meeste t.w. 2159 in de Wilck en 650 in polder Groenendijk. Toendrarietgans: 320 stuks in de Gnephoek. De tellers geven aan niet te weten of een gemengde groep is van taiga en toendra, maar aangezien de taiga een vrij zeldzame verschijning is in ons land (maximaal een paar tot enkele tientallen overwinteraars voornamelijk in het uiterste oosten van ons land) ben ik zo vrij geweest er toendra van te maken. Kleine rietgans: 1 exemplaar dat kennelijk door ons telgebied zwerft. Dit keer aanwezig in de Munnikenpolder. Smient: 7078, waarvan 3413 in De Wilck en 550 in de Westbroekpolder. Krakeend: 457, waarvan 82 in de Oostbroekpolder en 67 in de Gemenewegse polder. Wintertaling: 104, waarvan 50 in de Wilck en 48 in de Riethoornse polder. Soepeend: 80), maar liefst 18 in de Lagenwaard en 14 in de Hondsdijk.Het aantal soepeenden in ons telgebied lijkt aan een opmars bezig. Een korte check liet zien dat t.o.v. 2014 de aantallen bijna zijn verdubbeld. Dit in tegenstelling tot de landelijke trend waar na 2010 een duidelijk dalende trend is ingezet die de laatste 4 jaar tot 2017 lijkt te stabiliseren. Het zwaartepunt van de soepeendenverspreiding ligt in laag Nederland d.w.z. Zuid-Holland, Noord-Holland en Friesland, de bekende veenweide gebieden. Dodaars 2 stuks op de Zegerplas evenals 15 futen. Kievit: van de in totaal 2363 zaten er 1853 in de Wilck. Scholekster: totaal 285. Hiervan 80 in de Munnikenpolder, 70 in de Wilck en 52 in de Geer en Buurtpolder. Grutto: 19 in de Munnikenpolder en 1 in de Wilck IJslandse grutto: 2 in de Munnikenpolder. Wulp (90): 59 in de Westbroekpolder. Watersnip: 1 x in de Wilck en 1 x in de Westbroekpolder. 1 koereiger liep nog steeds rond in polder Achthoven. Stormmeeuw: van de in totaal 7982 zaten er maar liefst 4000 in de Hondsdijkse polder. Is er mest uitgereden/geïnjecteerd? En verder: 1 sperwer in de Doespolder 2 slechtvalken in de Wilck 1 velduil in polder Groenendijk 16 fazanten in polder Achthoven 1 groene specht bij de Zegerplas 30 houtduiven in zowel de Doespolder als de Lagenwaard 10 holenduiven in de Droogmakerij 60 Turkse tortels (127) in de Doespolder Koperwiek: 2 in de Grote Polder en 1 in de Barrepolder 2 veldleeuweriken in de Wilck 7 boomleeuweriken in de Grote Polder 2 tjiftjaf eveneens in de Grote Polder 1 grote gele kwikstaart ook in de Grote Polder 14 graspiepers (24) in de Hondsdijkse polder 4 Cettis’zangers waarvan 2 bij de Wijde Aa, 1 in de Barrepolder en 1 in deMunnikenpolder. 1 ijsvogel in polder Achthoven en 1 in de Vlietpolder. 21 ringmussen waarvan 7 in de Hondsdijk, 6 in zowel de Lagenwaard als de Grotepolder en 2 in de Barrepolder. Kokmeeuw en Stormmeeuw Naast soorten als kolgans, smient, meerkoet en spreeuw zijn de meeuwen de meest talrijke groep tijdens onze wintertellingen. De aantallen variëren echter wel sterk per keer, zeker wanneer dat per telgebied wordt bekeken. Van enkele 10-tallen tot regelmatig ca.1000 stuks of zelfs meer. Het is daarbij opvallend dat doorgaans de stormmeeuw veel sterker is vertegenwoordigd als de kokmeeuw. Gebaseerd op de totaaltelling (= tellingen in ons hele gebied van oktober t/m maart gesommeerd) van beide soorten, scoort de stormmeeuw 2,25 x hoger dan de kokmeeuw. Gemiddeld over een periode van de laatste 10 jaar betekent dat 18.850 getelde stormmeeuwen vs 8330 getelde kokmeeuwen. Het gemiddelde aantal van deze laatste soort wordt echter sterk positief beïnvloed door de 2 afwijkende jaren (seizoen 16/17 en 22/23) met veel hogere aantallen in maart 2017 en februari 2023. Zonder deze uitbijters zou het gemiddeld aantal kokmeeuwen beduidend lager uitkomen. Het beeld bij de stormmeeuw is regelmatiger. Landelijk gezien zijn beide soorten in de winterperiode vergelijkbaar in aantallen (Sovon). Kokmeeuw Stormmeeuw