• 0 Watervogeltellingen VWG - 2023-02

    Grauwe gans (1508): de hoogste aantallen in polder Achthoven en de Oostbroekpolder met respectievelijk 243 en 210 vogels. Kolgans (4767):  de meeste hiervan t.w. 1830 in de Groenendijkse polder, 1798 in de Oostbroekpolder en 500 in de Hazerswoudse Droogmakerij. Grote Canadese gans (301): waarvan 64 vogels in de Munnikenpolder en 83 in de Westbroekpolder. Toendra rietgans (48): 30 in de Vlietpolder en 18 in de Gnephoek. Knobbelzwaan (646): 102 in de Grote Polder en 75 in de Geer en Buurt polder. Zwarte zwaan: 1 exemplaar in de Grote Polder. Dodaars: 4 x op de Zegerplas Bergeend (69): 20 in de Oostbroekpolder Krakeend (1073): de meeste in hun bolwerk de Riethoornse polder t.w. 503 vogels en 130 stuks in de Vlietpolder. Wintertaling (60): 41 in de Wilck Slobeend (37): 36 in de Wilck Smient (10054): waarvan 4949 in de Wilck en 1472 in de Westbroekpolder. Wilde eend (847): 110 in de Riethoornse polder. Pijlstaart:  alle 13 in de Wilck Tafeleend: 8 v0gels in de Munnikenpolder Waterhoen (171): dit maal de het hoogste aantal in polder Achthoven t.w. 29 stuks. Grote zilverreiger (62): zowel in de Munnikenpolder als in de Oostbroekpolder 8 exemplaren. Koereiger: 1 x in de Groenendijkse polder Wulp (120): 102 x in de Vlietpolder Goudplevier: nog een restant van 157 stuks in de Wilck Kievit (3531): hiervan 2571 vogels in de Wilck en 360 in de Lagenwaard. Scholekster (372): de aantallen lopen snel op en vrijwel in alle telgebieden waargenomen. Van deze soort de meeste bij de Wijde Aa t.w. 95 stuks. Grutto: inmiddels arriveren er steeds meer, maar de eerste exemplaren in deze teling t.w. 8 stuks zaten in de Munnikenpolder. Watersnip: 1 x in de Wilck Kemphaan: 4 (vroege) vogels in de Wilck Ooievaar (10): 5 exemplaren in de Gnephoek En verder: Sperwer: 1 exemplaar zowel in de Barrepolder als in de Hondsdijkse polder Halsbandparkiet (38): 12 x bij de Zegerplas Goudhaan: 1 x in de Barrepolder Roodborsttapuit: 2 x in de Wilck Fazanten  (36) werden gezien in de polder Achthoven (20 stuks), Riethoornsepolder (13 stuks) Boterpolder  (2x) en Hondsdijkse polder (1x) Ringmus (6): 3 vogels in zowel de Hondsdijkse polder als in de Grote polder. Opvallend veel kokmeeuwen (11003) in de Geer en Buurtpolder en Riethoornsepolder met respectievelijk 5300 en 4000 vogels. Eveneens opvallend veel kauwen (637)  in de Gemenewegsepolder (150 stuks) en de Grote polder (126 x). Tot slot nog 39 zilvermeeuwen (139) op een kluitje in de Munnikenpolder

  • 0 Koereiger

    Koereiger In ons land is de soort nog steeds zeldzaam, maar inmiddels wordt de koereiger het jaar door waargenomen. Er zwerft een groep van 40 a 50 vogels door Nederland. In 1998 werd het eerste broedgeval van koereiger in Nederland vastgesteld in de aalscholverkolonie van Wanneperveen. Er zijn geen jongen uitgevlogen. Daarna bleef het een tijdje stil.  Ook in 2006 (Braakman), 2009  en 2016 waren er niet succesvolle broedgevallen. In 2021 hingen maar liefst zes koereigers rond in De Auken nabij Giethoorn. Een drietal werden al baltsend gezien. Het heeft uiteindelijk ook tot minstens een succesvol broedgeval geleid. Er zijn 2 vliegende juvenielen waargenomen. In 2022 zijn wederom 3 nesten gevonden in de gemengde aalscholver, lepelaar en reigerkolonie in de Wieden en er werden minimaal 8 jongen vliegvlug. In hetzelfde jaar waren er ook drie nesten in Zeeuws Vlaanderen, helaas zonder succes (jongen zijn overleden voordat ze vliegvlug waren).  Koereigers zijn minder dan andere reigers gebonden aan water, en aan te treffen in weilanden met koeien, paarden of schapen. Ook liften ze graag op de rug van een schaap of koe mee. Ze leven van de door het vee opgejaagde insecten, maar pikken deze ook van de lijven van het vee. Verder jagen ze op kleine amfibieën. Van oorsprong komt de soort uit Afrika en bewoonde daar draslanden, cultuurland en graslanden. De vogel heeft zich sinds het begin van de twintigste eeuw (waarschijnlijk op eigen kracht) verspreid over Zuidwest-Europa en is in de jaren 1930 ook de Atlantische Oceaan overgestoken en heeft zich binnen 40 jaar via Zuid-Amerika over dit continent in zowel zuidelijke als noordelijke richting, tot in Noord-Amerika uitgebreid. De koereiger broedde in 1968 voor het eerst in Zuid-Frankrijk. De grootte van de populatie wordt geschat op 3,8 tot 7,6 miljoen exemplaren en gaat nog in aantal vooruit. Om deze redenen staat de koereiger als niet bedreigd op de rode lijst van de IUCN. In ons gebied en directe omgeving wordt de soort ook met enige regelmaat gezien door het jaar heen. Meestal in het winterhalfjaar.

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2023-01

    Grauwe gans (2408): de meeste in de Lagenwaardse polder (470 stuks) en Barrepolder (304 stuks). Grote Canadese gans (5239): de meeste zaten in de Barrepolder t.w. 71 stuks en 41 in de Vlietpolder Kolgans (7756): hiervan zaten er 950 bij Kerkweg in Woubrugge,  maar liefst 3800 in de Lagenwaard, 1010 in de Grote polder en 1120 exemplaren  de Oostbroekpolder. Toendra rietgans: 80 vogels in de Gnephoek Brandgans (39): 37x in de Westbroekpolder Kleine zwaan (121): Al enige tijd zit een vrij constante groep van 120 tot 130 vogels in onze polders. Tijdens het telweekend zaten er 83 stuks in de Lagenwaard, 30 in de Gnephoek en 8 in de Hondsdijkse polder Smient (5555):  3720 vogels in De Wilck. Kuifeend (640): met verreweg de meeste t.w. 440 op de Zegerplas. Krakeend (638):  waarvan 106 op de Zegerplas en 116 in de Riethoornse polder. Wat een verschil met de december telling. Nu een bijna 3 x lager totaal aantal (1629 tegen 638 nu). Ongetwijfeld een effect van de korte vorstperiode in december. Het zegt mogelijk ook iets over het aantal vogels dat we onder meer normale omstandigheden niet tellen omdat deze buiten ons gezichtsveld in greppels en sloten zitten. Wintertaling (70): bijna alle in De Wilck (45 x) en Achthovener polder (19 x) Pijlstaart (27): 21 exemplaren in De Wilck Slobeend (37): waarvan 28 eveneens in De Wilck Waterhoen (222): 49 van deze kipjes in de Riethoornse polder Wulp (196): hiervan 185 stuks, ook weer in de Wilck Goudplevier: alle 310 zaten in de Wilck Kievit (2612): hiervan 85% in 3 polders t.w. De Wilck, de Lagenwaard en de Droogmakerij met respectievelijk 1100, 455 en 834 exemplaren. Watersnip: 2 exemplaren in de Munnikenpolder en 1 in de Wilck. Ooievaar (18): 8 x in de Gnephoek. En verder: Slechtvalk: 1 x in De Wilck Zilvermeeuw: 132 x in de Grote polder Groene specht: 1 x in de Barrepolder Grote gele kwikstaart: 1 x in de Achthovenerpolder Roodborsttapuit: 2 x in De Wilck Staartmees: 8x bij de Zegerplas Ringmus: 4 x in de Grote polder Fazant (19): 18 x in de Achthovenerpolder

  • 0 Jaaroverzicht | Waarneming.nl - 2023-01

    13 miljoen waarnemingen 84 duizend waarnemers 19 duizend soorten 8 miljoen foto's En lijsten natuurlijk, zoals Welke vogel is het meest waargenomen? Welke plant is vaak gemeld? Welke vlinders zijn veel gezien? en nog veel meer! Alle vorige nieuwsbrieven vind je via deze link: Oude nieuwsbrieven lezen

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2022-12

    Grauwe gans (2985): de meeste in de Riethoornse polder t.w. 1210 vogels. Grote Canadese gans (554): 166 in de Doespolder en 176 in de Westbroekpolder. Kolgans (1476): hiervan zaten er 450 in de Westbroekpolder en 428 in de Grote polder. Brandgans: 150 x in de Riethoornse polder Nijlgans (166): 70 exemplaren in de Riethoornse polder. Indische gans: 1 x in de Doespolder Knobbelzwaan (713): 109 in de Geer en Buurtpolder, 95 in de Barrepolder en 93 in de Grote polder. Kleine zwaan: 43 stuks in de Lagenwaard. Zwarte zwaan: van deze exoot 3 exemplaren in de Geer en Buurt polder. Smient (10984): dit keer in meerdere polders meer dan 1000 vogels d.w.z. 4250 in De Wilck, 1114 in de Groenendijkse polder, 1080 in de Riethoornse polder en 1008 in de Munnikenpolder. Kuifeend (405) met verreweg de meeste t.w. 326 op de Zegerplas. Krakeend (1629): opnieuw een record aantal (ruim 2 x hoger dan het record aantal van afgelopen november) in de Riethoornse polder t.w. 1079 stuks op afstand gevolgd door 232 in de Grote polder en 115 op de Zegerplas. Waterhoen (281) waarvan 78 in de Riethoornse polder. Meerkoet (3095): hiervan opvallend veel eveneens in Riethoornse polder t.w. 981 stuks. Waterral: 1 x in polder Achthoven Dodaars: 5 x op de Zegerplas Grote zilverreiger (51): goed vertegenwoordigd met 15 vogels in de Riethoornse polder. Wulp (149): 86 stuks in polder Achthoven, 34 in de Droogmakerij en 24 in de Doespolder. Goudplevier: 39 en 60 stuks in respectievelijk de Westbroekpolder en de Wilck. Scholekster: onverwacht in december en nog wel in een vorstperiode, toch 2 exemplaren, zowel in de Boterpolder als in de Droogmakerij 1 vogel. In ons hele gebied moeten we teruggaan 2016 voor waarneming van deze soort tijdens de wintertellingen in de decembermaand. I.h.a. worden de eerste scholeksters  pas weer in februari gezien. Een enkele keer bij zacht winterweer in januari al. Watersnip (47): van deze soort 15 stuks in de Grote polder. Bokje : 1 x in De Wilck en 1 x in polder Achthoven.  !! Een zeker niet alledaagse verschijning tijdens de watervogel/wintertellingen. En verder: Slechtvalk: 1 x in de Wilck en 1 x in de Gnephoek. Blauwe kiekendief: 1 x in de Wilck Sperwer (5): 1 x in de Wilck, 1 x in de Droogmakerij, 1 x in de Oostbroekpolder, 1x in polder Achthoven en 1 x in de Gnephoek Holenduif: 21 x in de Droogmakerij Grote gele kwikstaart: 1 x in de Wilck IJsvogel (4): 1 x in de Barrepolder, 1 x bij de Zegerplas, 1 x in de Munnikenpolder en 1 x in polder Achthoven. Staartmees: 8 x bij de Zegerplas. Roodborsttapuit: 2 x in de Wilck. Ringmus: 4 x in de Hondsdijkse polder. Koperwiek: 8 x in de Munnikenpolder.Merel (81): maar liefst 21 stuks in de Munnikenpolder. Opgemerkt dient te worden dat in dit telgebied een stukje bebouwde kom ligt met veel tuinen en een bessenrijk plantsoen. Opvallend was dat 70% van alle kokmeeuwen en 55% van alle stormmeeuwen  in ons gebied deze telling in de Gnephoek zaten. Respectievelijk 300 en 1000 exemplaren. 51 % van de zilvermeeuwen (34 x) zat in de Munnikenpolder. Krakeend In de statistieken is goed te zien dat het aantal getelde krakeenden in de Riethoornse polder over een periode van 10 jaar redelijk stabiel is maar de telling 21/22 een grote sprong omhoog weergeeft. De toekomst zal uitwijzen of dit een toevallige uitschieter is vanwege de weersomstandigheden afgelopen maand. Er lijkt er een toenemende trend te zijn voor het aantal krakkers  in ons hele telgebied (landelijk gezien neemt de soort ook toe), maar ook hier steekt 21/22 er weer ver boven uit.