• 0 Watervogeltellingen VWG - 2023-01

    Grauwe gans (2408): de meeste in de Lagenwaardse polder (470 stuks) en Barrepolder (304 stuks). Grote Canadese gans (5239): de meeste zaten in de Barrepolder t.w. 71 stuks en 41 in de Vlietpolder Kolgans (7756): hiervan zaten er 950 bij Kerkweg in Woubrugge,  maar liefst 3800 in de Lagenwaard, 1010 in de Grote polder en 1120 exemplaren  de Oostbroekpolder. Toendra rietgans: 80 vogels in de Gnephoek Brandgans (39): 37x in de Westbroekpolder Kleine zwaan (121): Al enige tijd zit een vrij constante groep van 120 tot 130 vogels in onze polders. Tijdens het telweekend zaten er 83 stuks in de Lagenwaard, 30 in de Gnephoek en 8 in de Hondsdijkse polder Smient (5555):  3720 vogels in De Wilck. Kuifeend (640): met verreweg de meeste t.w. 440 op de Zegerplas. Krakeend (638):  waarvan 106 op de Zegerplas en 116 in de Riethoornse polder. Wat een verschil met de december telling. Nu een bijna 3 x lager totaal aantal (1629 tegen 638 nu). Ongetwijfeld een effect van de korte vorstperiode in december. Het zegt mogelijk ook iets over het aantal vogels dat we onder meer normale omstandigheden niet tellen omdat deze buiten ons gezichtsveld in greppels en sloten zitten. Wintertaling (70): bijna alle in De Wilck (45 x) en Achthovener polder (19 x) Pijlstaart (27): 21 exemplaren in De Wilck Slobeend (37): waarvan 28 eveneens in De Wilck Waterhoen (222): 49 van deze kipjes in de Riethoornse polder Wulp (196): hiervan 185 stuks, ook weer in de Wilck Goudplevier: alle 310 zaten in de Wilck Kievit (2612): hiervan 85% in 3 polders t.w. De Wilck, de Lagenwaard en de Droogmakerij met respectievelijk 1100, 455 en 834 exemplaren. Watersnip: 2 exemplaren in de Munnikkenpolder en 1 in de Wilck. Ooievaar (18): 8 x in de Gnephoek. En verder: Slechtvalk: 1 x in De Wilck Zilvermeeuw: 132 x in de Grote polder Groene specht: 1 x in de Barrepolder Grote gele kwikstaart: 1 x in de Achthovenerpolder Roodborsttapuit: 2 x in De Wilck Staartmees: 8x bij de Zegerplas Ringmus: 4 x in de Grote polder Fazant (19): 18 x in de Achthovenerpolder

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2022-12

    Grauwe gans (2985): de meeste in de Riethoornse polder t.w. 1210 vogels. Grote Canadese gans (554): 166 in de Doespolder en 176 in de Westbroekpolder. Kolgans (1476): hiervan zaten er 450 in de Westbroekpolder en 428 in de Grote polder. Brandgans: 150 x in de Riethoornse polder Nijlgans (166): 70 exemplaren in de Riethoornse polder. Indische gans: 1 x in de Doespolder Knobbelzwaan (713): 109 in de Geer en Buurtpolder, 95 in de Barrepolder en 93 in de Grote polder. Kleine zwaan: 43 stuks in de Lagenwaard. Zwarte zwaan: van deze exoot 3 exemplaren in de Geer en Buurt polder. Smient (10984): dit keer in meerdere polders meer dan 1000 vogels d.w.z. 4250 in De Wilck, 1114 in de Groenendijkse polder, 1080 in de Riethoornse polder en 1008 in de Munnikkenpolder. Kuifeend (405) met verreweg de meeste t.w. 326 op de Zegerplas. Krakeend (1629): opnieuw een record aantal (ruim 2 x hoger dan het record aantal van afgelopen november) in de Riethoornse polder t.w. 1079 stuks op afstand gevolgd door 232 in de Grote polder en 115 op de Zegerplas. Waterhoen (281) waarvan 78 in de Riethoornse polder. Meerkoet (3095): hiervan opvallend veel eveneens in Riethoornse polder t.w. 981 stuks. Waterral: 1 x in polder Achthoven Dodaars: 5 x op de Zegerplas Grote zilverreiger (51): goed vertegenwoordigd met 15 vogels in de Riethoornse polder. Wulp (149): 86 stuks in polder Achthoven, 34 in de Droogmakerij en 24 in de Doespolder. Goudplevier: 39 en 60 stuks in respectievelijk de Westbroekpolder en de Wilck. Scholekster: onverwacht in december en nog wel in een vorstperiode, toch 2 exemplaren, zowel in de Boterpolder als in de Droogmakerij 1 vogel. In ons hele gebied moeten we teruggaan 2016 voor waarneming van deze soort tijdens de wintertellingen in de decembermaand. I.h.a. worden de eerste scholeksters  pas weer in februari gezien. Een enkele keer bij zacht winterweer in januari al. Watersnip (47): van deze soort 15 stuks in de Grote polder. Bokje : 1 x in De Wilck en 1 x in polder Achthoven.  !! Een zeker niet alledaagse verschijning tijdens de watervogel/wintertellingen. En verder: Slechtvalk: 1 x in de Wilck en 1 x in de Gnephoek. Blauwe kiekendief: 1 x in de Wilck Sperwer (5): 1 x in de Wilck, 1 x in de Droogmakerij, 1 x in de Oostbroekpolder, 1x in polder Achthoven en 1 x in de Gnephoek Holenduif: 21 x in de Droogmakerij Grote gele kwikstaart: 1 x in de Wilck IJsvogel (4): 1 x in de Barrepolder, 1 x bij de Zegerplas, 1 x in de Munnikenpolder en 1 x in polder Achthoven. Staartmees: 8 x bij de Zegerplas. Roodborsttapuit: 2 x in de Wilck. Ringmus: 4 x in de Hondsdijkse polder. Koperwiek: 8 x in de Munnikkenpolder. Merel (81): maar liefst 21 stuks in de Munnikkenpolder. Opgemerkt dient te worden dat in dit telgebied een stukje bebouwde kom ligt met veel tuinen en een bessenrijk plantsoen. Opvallend was dat 70% van alle kokmeeuwen en 55% van alle stormmeeuwen  in ons gebied deze telling in de Gnephoek zaten. Respectievelijk 300 en 1000 exemplaren. 51 % van de zilvermeeuwen (34 x) zat in de Munnikkenpolder. Krakeend In de statistieken is goed te zien dat het aantal getelde krakeenden in de Riethoornse polder over een periode van 10 jaar redelijk stabiel is maar de telling 21/22 een grote sprong omhoog weergeeft. De toekomst zal uitwijzen of dit een toevallige uitschieter is vanwege de weersomstandigheden afgelopen maand. Er lijkt er een toenemende trend te zijn voor het aantal krakkers  in ons hele telgebied (landelijk gezien neemt de soort ook toe), maar ook hier steekt 21/22 er weer ver boven uit.

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2022-11

    Grauwe gans (4897): Meer dan 600 exemplaren in polder Woubrugge Kerkweg (690), Munnikkenpolder (676), polder Achthoven (730) en Riethoornse polder (708). Kolgans (1549): 358 stuks in de Westbroekpolder, 478 in de Oostbroekpolder en 315 in de Wilck. Grote Canadese gans (370): 102 stuks in de Westbroekpolder. Indische gans: 1 exemplaar in de Munnikkenpolder. Nijlgans (387): 164 vogels in de Grote polder. Knobbelzwaan (858): hiervan 163 in de Grote polder,  127 in de Geer en Buurt polder en  101 in de Riethoornse polder. Smient (7824): waarvan 4775 in de Wilck en 797 in de Groenendijkse polder. Krakeend (742): een record aantal van 446 !! in de Riethoornse polder en , second best, 68 x in de Munnikkenpolder. Slobeend (35): 28 vogels in de Wilck. Wintertaling (48): 25 stuks in polder Achthoven. Soepeend (63 ): 12 x in de Grote polder en 18 in de Riethoornse polder. Dodaars: 5 x op de Zegerplas en 1 x in polder Achthoven. Meerkoet (2418): 518 x in de Riethoornse polder Wulp (584): hiervan 147 x in de Groenedijkse polder  en 160  x in de Geer en Buurt polder. Watersnip: 16 x in de Munnikkenpolder . Goudplevier (770): waarvan 510 in de Lagenwaard en 200 in polder Achthoven Kievit (5252): goed vertegenwoordigd in polder Achthoven, Groenendijkse polder en Geer en Buurtpolder met respectievelijk  1300, 1100 en 1000 vogels. Grote zilverreiger (81): 10 x in de Oostbroekpolder. Ooievaar: 5 in de Gnephoek Waterral: 1 exemplaar in polder Achthoven.Die wordt tijdens onze winter/water- vogeltellingen, in ons hele telgebied niet heel vaak opgemerkt. De laatste 10 telseizoenen in totaal 7 stuks. En verder: Blauwe kiekendief: 1 x in Oostbroekpolder en 1 x in de Wilck.  Aaneengesloten polders dus kans dat dit dezelfde vogel is, lijkt aanwezig. Slechtvalk: 1 x in de Wilck Sperwer: 1 x in de Vlietpolder en 1 x in de Lagenwaard. Houtduif (106): 34 exemplaren in de Boterpolder en 28 in de Barrepolder. IJsvogel: 1 x in Munnikkenpolder en 1 x in polder Achthoven Cetti’s zanger: 1 exemplaar in de Barrepolder en 2 stuks in de Munnikkenpolder. De soort houdt stand in ons gebied en neemt zelfs iets toe. In telseizoen 2018/2019 werd deze soort voor het eerst in ons telgebied vastgesteld. Graspieper: 7 vogels in polder Achthoven en 8 stuks  in de Barrepolder. Grote gele kwikstaart: 1 x  in polder Achthoven. Koperwiek: 8 exemplaren in de Oostbroekpolder. Kramsvogel: 27 vogels  in polder Achthoven. Merel: 14 x bij de Zegerplas Ringmus: 2 x in de Grote polder en 4 x in de Gemenewegse polder. Turkse tortel: 100 stuks in de Doespolder. Roodborsttapuit:  2 x in de Wilck en 2 x in polder Achthoven. Lijkt een vaste gast in de laatste polder. Paapje: 2 erg late exemplaren in de Wilck. Vuurgoudhaan: 2 x in …  polder Achthoven. VELDUIL: 1 x de Wilck. Velduil Deze uilensoort wordt in ons telgebied vrijwel alleen gezien tijdens de najaarstrek. Het gaat hierbij  meestal om zeer lage aantallen en ook zeker niet jaarlijks. Ik herinner mij slechts 1  bijzonder voorval (net buiten ons telgebied) in het toen net aangelegde Bentwoud  in 2004. In november/december van dat jaar zat er een groep van 10 velduilen gedurende ca. 2 weken.  De reden was een goed muizenjaar. Nu dus weer eens een exemplaar tijdens onze wintertellingen van november in de Wilck. De laatste in ons gebied dateert alweer van de winter 2012/2013. Het zijn meestal  zwervende exemplaren uit noord- en noord-oost Europa. Het aantal doortrekkers in ons land ligt tussen de 200 en 500 exemplaren. Dat zelfde aantal geldt ook voor de overwinteraars. Als broedvogel is de soort nauwelijks aanwezig in ons land. Slechts 10 tot max. 20 broedparen (Sovon 2020) , voornamelijk in Friesland.

  • 0 Watervogeltellingen VWG - 2022-10

    Grauwe gans (4361): eigenlijk het hele jaar wel in ons hele gebied te vinden, maar in de wintermaanden duidelijk toenemend in aantallen. Dit keer de grootste aantallen in de Lagenwaardse polder en de Groenendijkse polder respectievelijk 1510 en 701 stuks. Kolgans: was redelijk goed vertegenwoordigd in de Oostbroekpolder met 300 stuks en de Groenendijkse polder met 194 exemplaren. Grote Canadese gans (422):  125 stuks in polder Achthoven en 103  stuks in de Munnikkenpolder. Indische gans: 1 exemplaar in de Doespolder. Roodhalsgans: 1 vogel in de Groenendijkse polder. De laatste waarnemingen van deze soort in ons telgebied dateren uit 2018 en 2013. Nijlgans: met zijn 55-en in polder Achthoven. Smienten ( 3772) zaten vooral in de Wilck t.w. 2895 vogels. Krakeend (417): de meeste dit maal in de Riethoornsepolder t.w. 132 en de Boterpolder met 64 stuks. Goudplevieren (1397) waren goed vertegenwoordigd in de Barrepolder en de Lagenwaardse polder met respectievelijk 650 en 550 stuks. De aantallen van deze soort fluctueren jaarlijks vrij sterk. Verleden jaar oktober slechts 175 stuks voor ons hele gebied op de teldatum. Oeverloper: 1 x in Woubrugge Kerkweg. Watersnip: 6 exemplaren in de Wilck. Lepelaars werden nog gezien in de Vlietpolder 2 vogels en in de Wilck 1 x. Purperreiger: 1 exemplaar hield zich op in de Hazerswoudse Droogmakerij. Op 2 november is vermoedelijk dezelfde vogel (juveniel) nog gespot in de Lagenwaardse polder. Grote zilverreiger: 19 stuks in de Lagenwaardse polder Ooievaar: de totale telling laat 23 exemplaren zien. Max 5 in zowel in de Grote polder als in de Hondsdijkse polder. (* Een deel van deze tellingen kan  een dubbeltelling zijn. In de Barrepolder landen er 3 die de tellers zagen wegvliegen uit de Grote polder). Wulp (608): 70 in de Vlietpolder en 470 in de Hondsdijkse polder.Foto: Wulpen op weg naar hun slaapplaats  in de Munnikkenpolder bij  Leiderdorp (TR 2021) En verder: Cetti’s zanger: 1 x in Woubrugge Kerkweg en 1 x bij de Wijde Aa Roodborsttapuit: 1 x in de Wilck en 1 x HW Droogmakerij Zwartkop: 1 alarmerend exemplaar in de Barrepolder Veldleeuwerik: 1 exemplaar in de HW Droogmakerij IJsvogel: 1 x in de Wilck Fazant: 18 x in polder Achthoven Holenduif: 41 in de HW droogmakerij Koperwiek: 2 x in de Munnikkenpolder Sperwer: 1 xVlietpolder en 1 x Woubrugge Kerkweg Blauwe kiekendief: 1 x de Wilck Slechtvalk: 1 x de Wilck. De purperreiger In ons tel gebied worden tijdens de watervogel/wintertellingen niet heel vaak purperreigers opgemerkt, ondanks het feit dat er  broedkolonies en slaapplaatsen (beide met behoorlijke aantallen vogels) op niet al te grote afstand zijn gelegen. B.v. de Nieuwkoopse plassen. Hemelsbreed vanaf ons werkgebied slechts 13 km. In ons land zijn purperreigers (1050 broedparen in 2020)  doorgaans aanwezig tussen half maart en eind oktober, waarbij de laatst wegtrekkende exemplaren vaak juveniele vogels zijn.  Soms blijft er een enkeling overwinteren.

  • 0 Derde ronde planteninventarisatie Kruiskade / Spookverlaat

    Vrijdag 2 en zaterdag 3 september zijn we bezig geweest met de derde ronde planteninventarisatie op de Kruiskade en Spookverlaat. Omdat we in april en in juni al alles genoteerd hebben wat er aan planten, struiken en bomen voorkomen was het deze keer een makkie. Uiteraard zijn er nog wel een aantal planten bij gekomen omdat er nou eenmaal planten zijn die pas in augustus en september hun hoogte punt beleven en dan pas goed zichtbaar zijn en goed te determineren. We beginnen in het Oostelijke deel (dichts bij Alphen a.d. Rijn) en vinden daar Knikkend tandzaad in een slootje: een eenjarige kruidachtige oeverplant die vrij algemeen voorkomend is in Nederland maar voor mij is hij nieuw. Later vinden we ook het Smalle tandzaad en het Veerdelig tandzaad, alle drie staan ze nu in bloei en zijn algemeen voorkomend. Je gaat echt heel anders om je heen kijken als je zeer gericht opzoek gaat naar verschillende planten. Voor mij is deze planteninventarisatie een eerste keer en net als met vogels kijken moet je het vaak doen om al die verschillende plantjes te leren kennen en te kunnen onthouden. Ik ben een gulzige leerling op dit gebied maar als ik de waterpeper iets te lang kauw op advies van Jeannette heb ik even later wel spijt want de peper smaak op mijn tong blijft lang hangen! Het valt ons op dat er veel meeldauw op de Kruiskade voorkomt en we leren van internet dat dit met de droogte te maken heeft. Ook vinden we een aantal citroenlieveheersbeestjes (ook wel tweeëntwintigstippelig lieveheersbeestje genoemd) , deze prachtige gele lieveheersbeestjes leven van de meeldauw. Je zou dus denken dat we er heel veel zien maar dat is niet zo. Als Jeannette ze later aanmeld op waarneming.nl blijkt het ook de eerste waarneming in dit gebied te zijn en dat vinden wij dan wel weer erg leuk. Ook vinden we veel galletjes op de eiken bladeren (o.a. lens galletjes en satijn galletjes) en wat we ook heel bijzonder vinden is de uitbundige bloei van de Hop! Je zou er dorst van krijgen. Het inventariseren loopt voorspoedig dus zaterdag na de lunch gaan we al het laatste stuk doen. Langs het Oostvaartpad gaan we op goed geluk de bosjes in om varens te zoeken en met namen de geschubde mannetjes varen zouden we graag willen vinden. Het is een beetjes hobbelig en we moeten dwars door de brandnetels en de bramen maar dan staan we dan lekker in de koelte tussen de bomen. Jullie zullen het niet geloven maar we zijn precies op de goede plek de bosjes ingegaan want de eerste varen die we tegen komen is de geschubde mannetjes varen. We kunnen hem goed bekijken en zien waar zijn naam vandaan komt. Hij is nog redelijk zeldzaam in Nederland en daarom wilde we hem ook zo graag vinden. In dit verhaal geen opsomming van wat we allemaal hebben gevonden aan planten. Onze resultaten zullen op de website van de VWG terug te vinden zijn als we alle lijsten ingevuld hebben en Staatsbosbeheer op de hoogte hebben gebracht van onze bevindingen.